§8.2 Geluidssnelheid - deel 1

§8.2 Geluidssnelheid
Lesplanning:
  1. Opstart
  2. Opgaven §8.1 afronden
  3. Uitleg geluidssnelheid
  4. Opgaven maken
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§8.2 Geluidssnelheid
Lesplanning:
  1. Opstart
  2. Opgaven §8.1 afronden
  3. Uitleg geluidssnelheid
  4. Opgaven maken

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je berekeningen doen met de geluidssnelheid in verschillende stoffen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Geluid is...
  • een trilling;
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt;
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen;
  • verplaatst zich als een golf.

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag (10 minuten)
Alle opgaven van §8.1 

Klaar?! Lees §8.2 door.

Slide 5 - Diapositive

Waarom zie je de bliksem voordat je de donder hoort?

Slide 6 - Question ouverte

vgeluid in lucht = 343 m/s

vlicht = 300 000 000 m/s

Slide 7 - Diapositive

De geluidsnelheid (343 m/s) is ... km/h
A
3,43 km/h
B
95,3 km/h
C
1235 km/h
D
3430

Slide 8 - Quiz

Je hoort de donder 4,2 seconden na de bliksem. Bereken de afstand tot de onweerswolk.
A
81,7 m
B
1,3 km
C
1,4 km
D
1441 m

Slide 9 - Quiz

Gegeven:
t = 4,2 s
v = 343 m/s
Oplossing:
s = v * t 
s = 343 * 4,2 = 1441 m 

Slide 10 - Diapositive

s(m)=v(m/s)t(s)
s(km)=v(km/h)t(h)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Waar denk jij dat de geluidsnelheid in een materiaal vanaf hangt?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

De jongen legt zijn oor op het spoor en hoort een trein op 5,0 km afstand. De snelheid van geluid in staal is 5950 m/s. Het geluid heeft er
over gedaan om bij het oor van de jongen te komen. 
De trein heeft in 3,0 minuten de afstand van 5,0 km afgelegd. De snelheid van de trein is 
.... s
.... km/h
1,19 
0,84
90
100
167

Slide 15 - Question de remorquage

Oplossing:
s = v * t 
5000 = 5950 * t
t = 5000 /5950 = 0,84 s

s = v * t
5 = v * 0,05
v = 5 / 0,05 = 100 km/h

Gegeven:
v = 5950 m/s
s = 5,0 km = 5000 m
t = ?

t = 3,0 min = 0,05 h
s = 5,0 km
v = ... km/h

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag 
Digitaal §8.1 afronden

Klaar?! Werk verder aan de opgaven van §8.2

Slide 17 - Diapositive