I Grammar

Good afternoon!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Good afternoon!

Slide 1 - Diapositive

Program
Quick homework check
Grammar explanation
Time to work

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Vertel me alles wat je
weet over het
bijvoeglijke naamwoord

Slide 4 - Carte mentale

Put the sentence in the correct order:
reads - She - in the kitchen - every morning - a magazine

Slide 5 - Question ouverte

Put the sentence in the correct order:
bought - a - book - We - great - yesterday

Slide 6 - Question ouverte

Present perfect (volt. tegenwoordige tijd)
De present perfect gebruik je wanneer je wilt vertellen dat een gebeurtenis, ervaring of resultaat ooit is begonnen, en nu nog steeds zo is, of te merken is.

Denk bijvoorbeeld aan:
Je hebt een telefoon gekocht vorig jaar, en die telefoon heb je nog steeds.

Slide 7 - Diapositive

Vorm present perfect
De present perfect kun je op twee manieren maken:
  1. have/has + werkwoord + ed
  2. have/has + past participle (3e onr. werkwoorden)

Slide 8 - Diapositive

Present perfect regelmatig
I have worked for five hours.
We have lived here since January.
She has listened to this band for a while already.
They have washed the car. It is clean now.
Ezelsbruggetje
Om de present perfect makkelijk te herkennen, kun je FYNEJAS gebruiken:
For
Yet
Never
Ever
Just
Already
Since

Slide 9 - Diapositive

Present perfect onregelmatig
The dog has lost its bone. He still can't find it.
I have had a headache for a while now. 
We feel sick because we have eaten too much. 
You have written great stories so far!

Onregelmatige werkwoorden
Voor de present perfect moet je de derde rij van onregelmatige werkwoorden kennen. Leer deze goed!

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Choose the correct form:
She ... here for 5 years.
A
lived
B
has lived

Slide 12 - Quiz

Choose the correct form:
I ... my arm. It really hurts!
A
broke
B
have broken

Slide 13 - Quiz

Choose the correct form:
My mother ... her wallet. She can't find it anywhere!
A
lost
B
has lost

Slide 14 - Quiz

Choose the correct form:
I ... German for 5 years.
A
studied
B
have studied

Slide 15 - Quiz

Mind you!
De present perfect en past simple worden vaak in één zin gebruikt. Let hierbij op dat: 
  • De past simple afgelopen is (helemaal klaar)
  • De present perfect doorgaat/niet is afgelopen
Past simple
Past simple is verleden tijd. Twee vormen:
  1. Werkwoord + ed
  2. 2e Rij onregelmatige werkwoorden
Te herkennen aan woorden zoals: last ..., yesterday, 3 years ago, etc. 

Slide 16 - Diapositive

For next lesson
  • F listening: 42, 43 & 44
  • I Grammar: 58, 59 & 60 
Keep up with slim stampen!

Slide 17 - Diapositive