Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Het interbellum
Les 2: Fascisme en communisme
Slide 1 - Diapositive
De leerdoelen
1.Je kunt beschrijven hoe Mussolini opkwam in Italië.
2. Je kunt beschrijven hoe Italië een totalitaire dictatuur werd.
3. Je kunt beschrijven hoe de Sovjeteconomie werd ontwikkeld.
4. Je kunt beschrijven hoe de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur werd.
Slide 2 - Diapositive
We gaan terug naar de jaren 1920....
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je al van het fascisme?
Slide 4 - Carte mentale
Totalitaire staat
Na WOI ging het slecht met de economie in Italië. Er was veel werkloosheid en onrust onder de bevolking. Benito Mussolini richtte een nieuwe partij op om hier een einde aan te maken.
Slide 5 - Diapositive
Het fascisme
De partij van Mussolini was fascistisch, dat wil zeggen: tegen democratie, voor 1 sterke leider (il duce), tegen communisme, militaristisch, totalitair, extreem nationalistisch en voor geweld.
Slide 6 - Diapositive
Mars naar Rome
Door Mussolini werden de fascisten erg populair. In 1922 organiseerde hij een mars naar Rome en zette de regering af. Hij maakte een einde aan de democratie en werd dictator.
--->
Ene Adolf Hitler
vond dit alles
erg interessant...
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Van Lenin naar Stalin
In 1922 vormden de communisten de Sovjet-Unie, maar al snel werd Lenin ernstig ziek. In 1924 overleed hij. Zijn opvolger was Jozef Vissarionovitsj Dzjoegasjvili oftewel Jozef Stalin.
Slide 9 - Diapositive
Planeconomie
Onder Stalin werd alles nog strenger! De Sovjet-Unie liep ver achter bij het Westen en moest in hoog tempo worden geïndustrialiseerd. Er kwamen vijfjarenplannen (planeconomie).
Slide 10 - Diapositive
Collectivisatie van de landbouw
De planeconomie had ook grote gevolgen voor de boeren. De boeren moesten werken voor grote gemeenschappelijke landbouwbedrijven en raakten hun eigen grond kwijt.
Slide 11 - Diapositive
Dwangarbeid
Er ontstond o.a. hongersnood. Iedereen die zich verzette, kreeg te maken met zware straffen. Miljoenen boeren (en anderen) kwamen in strafkampen terecht en deden dwangarbeid.
Slide 12 - Diapositive
Totalitaire staat
De Sovjet-Unie werd een totalitaire staat. De communisten maakten gebruik van propaganda en paste censuur toe. De bevolking kreeg te maken met indoctrinatie.
Iedereen die in de weg liep, werd uit de weg geruimd!
Slide 13 - Diapositive
Persoonsverheerlijking
De bevolking werd eigenlijk gewoon gehersenspoeld. Ze kregen door de propaganda, censuur en indoctrinatie niet het echte nieuws. Stalin werd gezien als een groot leider.
Slide 14 - Diapositive
Zuiveringen
Het wantrouwen van Stalin nam toe. Miljoenen mensen kwamen in de kampen. Ook partijgenoten (en legertop) waren niet veilig. Door showprocessen werden ze uitgeschakeld.
Slide 15 - Diapositive
Stalin overleden
Na ruim 25 jaar als dictator over de Sovjet-Unie met ijzeren hand te regeren, overleed Stalin 1953. Miljoenen mensen waren zeer verdrietig, maar velen waren ook opgelucht...