Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Boeren, ridders, de kerk en de geestelijken
4.2 en 4.3
Slide 1 - Diapositive
Planning
Zelf lezen
Herhaling
Theorie
Opdracht
Slide 2 - Diapositive
Wat was het leenstelsel ook al weer?
Slide 3 - Question ouverte
Hofstelsel
Dorp met landbouwgrond eromheen = domein
Leven op het domein werd georganiseerd door het hofstelsel
Landbouwgrond werd in twee stukken verdeeld
Een deel was van de heer, daar moesten horigenwerken
Andere deel woonde de horigen, daarvoor betaalden zij pacht (huur)
Horigen moesten ook herendiensten doen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Drieslagstelsel
Boeren ontdekten een nieuw landbouwsysteem: het drieslagstelsel
Slide 6 - Diapositive
Het leven in de Middeleeuwen:
Weinig kennis
Slechte oogst leidde tot hongersnoord
Veel geweld
Geestelijken hielpen de mensen en het geloof kreeg een grotere rol
Slide 7 - Diapositive
Het leven in de Middeleeuwen:
De geestelijken moesten
- voor de gelovigen bidden
-lezen uit de Bijbel
- de armen helpen en de zieken verzorgen
In ruil hiervoor betaalden mensen belasting
Slide 8 - Diapositive
De Geestelijkheid
Hoge geestelijken (kregen ook gebieden in leen)
De paus
De bisschoppen
Lage geestelijken (leefden heel eenvoudig)
De priesters
De monniken en nonnen leefden in kloosters
Slide 9 - Diapositive
Leven in een klooster
Bidden
Landbouw
De zieken verzorgen
School
Boeken overschrijven
Zingen
Pacht ontvangen (sommige kloosters hadden een gebied in leen of in eigendom).
Slide 10 - Diapositive
Bonifatius
Engelse missionaris
Predikten aan de Friezen
Hakte de heillige Donareik. Gevolg = Friezen bekeerden tot het christendom.
Slide 11 - Diapositive
Standensamenleving
De samenleving was gedeeld in drie groepen, de standen. Ieder had zijn eigen plek en taak
Geestelijke
Adel (hoge en lage adel)
Boeren
1e en 2e stand hadden de macht
Slide 12 - Diapositive
Opdracht
Nu gaan jullie weer zelf aan de slag met de stof.
In groepjes van 3 en 4 krijg je van mij een stapeltje papier. Hierop staan begrippen. 1 iemand probeert deze binnen 30 seconden uit te leggen zonder het woord te noemen. Ben je klaar dan wissel je!