Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
paragraaf 5.4 Zonder werk?
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent het om werkloos te zijn?
Wat kunnen de oorzaken van werkloosheid zijn?
Welke soorten werkloosheid zijn er?
Slide 2 - Diapositive
Werkloos
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Vidéo
UWV
Je gaat naar het UWV en krijgt een
WW- uitkering 🡪 je bent dan een geregistreerde werkloze.
Je gaat niet naar het UWV Werkbedrijf 🡪 je bent dan een verborgen werkloze.
Slide 5 - Diapositive
Redenen waarom het niet fijn is om werkloos te zijn
Weinig sociale contacten
Je voelt je niet nuttig
Schaamte
Minder inkomen door een uitkering
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
paragraaf 5.4 Zonder werk?
Slide 8 - Diapositive
Proefwerk
Dinsdag 9 februari
Hoofdstuk 5
Slide 9 - Diapositive
Opdracht
Groen -> Zelfstandig aan de opdrachten werken (zie paragraaf 5.4 invulblad). -> Eerder klaar? Dan ga je alvast leren voor het proefwerk van volgende week.
oranje en rood -> Gezamenlijke instructie.
Slide 10 - Diapositive
Soorten werkloosheid
- Conjuncturele werkloosheid
- Structurele werkloosheid
- Frictie werkloosheid
- Seizoenswerkloosheid
- Regionale werkloosheid
Slide 11 - Diapositive
Conjuncturele werkloosheid
Tijdelijk
oorzaak: daling van lonen en/of export
Slide 12 - Diapositive
Structurele werkloosheid
Is werkloosheid die er eigenlijk altijd is (blijvende werkloosheid)
Kan veel oorzaken hebben, bijvoorbeeld:
Personeel vervangen door machines
Verplaatsen van productie naar lage lonen landen
Maar ook: Er zijn wel banen, maar mensen hebben geen passende opleiding
Slide 13 - Diapositive
Frictiewerkloosheid
Je verliest je baan en zoekt een andere...
Je studeert af en zoekt een baan...
De tijd hiertussen heet frictiewerkloosheid.
Slide 14 - Diapositive
Seizoenswerkloosheid
Seizoenswerkloosheid ontstaat omdat er in een bepaald seizoen het werk niet uitgevoerd kan worden.
Slide 15 - Diapositive
Regionale werkloosheid
Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan in de rest van Nederland
Slide 16 - Diapositive
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
Slide 17 - Quiz
Van welk soort werkloosheid is sprake? "De ijsboer in de winter"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid
Slide 18 - Quiz
Als het slecht gaat met de economie noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we de toenemende werkloosheid door de Coronacrisis?