Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Personage
Nederlands
Maatschappijleer
Slide 1 - Diapositive
Wat verstaan we onder de pluriforme samenleving?
timer
1:00
Deze dimensie gaat over waarden. Welke opvattingen zijn juist en moeten daarom worden nagestreefd? Dit hoort bij de impliciete cultuur
Slide 2 - Question ouverte
Pluriforme samenleving
Een samenleving waarin mensen met verschillende leefstijlen en culturen met elkaar (samen)leven - Waarden en overtuigingen - Normen - Symbolen en uiterlijkheden
Dit gaat over het 'uiterlijk' van een cultuur. Denk aan symbolen, gebruiken, traditities en gebouwen. Dit hoort bij de expliciete cultuur
Deze dimensie gaat over normen. Normen vloeien voort uit waarden. Ze gaan over welk gedrag je hoort na te streven op grond van de waarden die je hebt. Dit hoort bij de expliciete cultuur
par. 4.1
Slide 3 - Diapositive
Culturen binnen cultuur
Dominante cultuur Subcultuur Tegencultuur
Wanneer subculturen erg afwijken van de dominante cultuur en zich openlijk verzetten tegen de dominante cultuur
Groepen die duidelijk een andere levenswijze hebben en zichzelf ook als anders zien
De gedeelde waarden, normen en gebruiken van de meeste mensen in een samenleving
Slide 4 - Diapositive
Sociale cohesie
Het gevoel dat mensen met elkaar verbonden zijn; er heerst een wij-gevoel
Gedeelde kenmerken zijn daarom belangrijk. Zonder deze overeenkomsten zouden we elkaar slecht begrijpen
Slide 5 - Diapositive
par. 4.2 leerdoelen
Je kunt de relatie tussen socialisatie en cultuur aangeven en je kunt uitleggen op welke verschillende manieren socialisatie plaatsvindt.
Je kent het begrip individualisering.
Slide 6 - Diapositive
Socialisatie
Het proces waarbij je bewust of onbewust de normen en waarden van een groep krijgt aangeleerd.
bij socialisatie leer je wat (ab)normaal gedrag is en wat (on)belangrijk is. Bijv. door ouders en leraren.
immitatie
we leren door wat anderen zien doen en gaan dat overnemen gedrag van ouders of vrienden. Dat doen we via socialiserende instituties zoals ouders en school
internalisatie
wanneer je vervolgens zonder nadenken het aangeleerde uitvoert spreken we van internalisatie
Slide 7 - Diapositive
ik rook wel/ niet door........
A
mijn ouders
B
mijn vrienden
C
door mezelf
D
anders
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
ik zou in de situatie in het filmpje..
A
zijn opgestaan en weggegaan
B
proberen anderen te overtuigen van het gevaar
C
blijven zitten
D
anders
Slide 10 - Quiz
ik zou de wet kunnen (crimineel kunnen worden) overtreden door:
A
groepsdruk van mijn vrienden
B
armoedige omstandigheden
C
spanning en avontuur
D
nooit
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
sociale controle neemt af?
Volgens sommige mensen neemt de sociale controle zodanig af dat er sterke individualisering ontstaat.
onder sociale controle verstaan we dat mensen erop letten dat andere mensen zich gedragen zoals van hen verwacht wordt.
wanneer er sprake is van individualisering voelt iemand zich steeds vrijer om zijn leven naar eigen inzicht vorm te geven.