4.3 Brandstoffen en milieu

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Branden blussen
§4.2 - Verbrandingsproducten
§4.3 - Brandstoffen en milieu
§4.4 - Brandstof voor de toekomst
§4.5 - Explosies en energie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Branden blussen
§4.2 - Verbrandingsproducten
§4.3 - Brandstoffen en milieu
§4.4 - Brandstof voor de toekomst
§4.5 - Explosies en energie

Slide 1 - Diapositive

Welk profiel ga je volgend jaar kiezen?
N&T
N&G
E&M
C&M
Weet ik nog niet

Slide 2 - Sondage

Herhaling
Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten

  • Volledige verbranding
  • Onvolledige verbranding



Slide 3 - Diapositive

Herhaling

Slide 4 - Diapositive

Geef de kloppende reactievergelijking van de onvolledige verbranding van methaan, waar naast koolstofmonooxide ook koolstof ontstaat.

Slide 5 - Question ouverte

Geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van C4H8S

Slide 6 - Question ouverte

Custardpoeder
Kopersulfaat
Kalkwater
Joodoplossing
Zetmeel
Water
Zwaveldioxide
Koolstofdioxide
Helder oplossing kleurt troebel wit

Slide 7 - Question de remorquage

Leerdoelen §4.3
Je leert over fossiele brandstoffen.
Je leert over biobrandstoffen.
Je leert over waterstof.
Je leert over het natuurlijk/versterkt broeikaseffect.
Je leert over zure regen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Er bestaan twee soorten koolstofkringlopen. Welke?
A
Natuurlijke en onnatuurlijke koolstofkringloop
B
Trage en snelle koolstofkringloop
C
Menselijke en dierlijke koolstofkringloop
D
Homogene en heterogene koolstofkringloop

Slide 11 - Quiz

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 12 - Question de remorquage

Waterstof als brandstof

Slide 13 - Diapositive

Broeikaseffect
In de atmosfeer bevinden zich broeikasgassen.
De 2 belangrijkste zijn water(H2O) en koolstofdioxide (CO2)

Broeikasgassen kunnen infrarode straling (warmte) absorberen. (vasthouden)

Slide 14 - Diapositive

Broeikaseffect
Als er teveel broeikasgassen vrijkomen op aarde ontstaat er een versterkt broeikaseffect.

Dit wordt voornamelijk door CO2 veroorzaakt. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Welk milieuprobleem ontstaat door de uitstoot van CO2 bij verbranding van aardolieproducten?
A
gat in de ozonlaag
B
versterkt broeikaseffect
C
broeikaseffect
D
zure regen

Slide 17 - Quiz

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door chloorgas
B
Het broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
C
Het versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 18 - Quiz

Is het broeikaseffect altijd slecht?
A
ja, want hoe minder opwarming van de aarde hoe beter
B
nee, zonder natuurlijk broeikaseffect zou het hier te koud zijn
C
broeikasgassen zijn giftig en dat is slecht voor de gezondheid
D
geen idee kunnen we daar een keer les over krijgen?

Slide 19 - Quiz

pH-schaal
  • pH graad = 7 

Slide 20 - Diapositive

Zure regen
Verbanden fossiele brandstoffen:
(denk aan uitlaatgassen auto's, 
verbranden stookolie)
  • Zwaveldioxide (SO2) ->
  • Stikstofdioxide (NO2)
SO3

Slide 21 - Diapositive

Zure regen
Verbanden fossiele brandstoffen:
  • Zwaveldioxide (SO2) -> zwavelzuur (H2SO4)
  • Stikstofdioxide (NO2) -> salpeterzuur (H2NO3)

Slide 22 - Diapositive

Effecten zure regen

Slide 23 - Diapositive

Wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood

Slide 24 - Quiz

Leg uit hoe zure regen ontstaat.

Slide 25 - Question ouverte

Welke twee grote oorzaken van klimaatverandering zijn er?
A
Watergebruik
B
Kappen van bomen
C
Uitstoot van kooldioxide en methaan
D
Gebruik van kernenergie

Slide 26 - Quiz

Oefenen! 
Maak opdracht 17, - 19, 21, 22 en 24 van §4.2. 

Dit moet af zijn voor de volgende les. 

Slide 27 - Diapositive