Een land om trots op te zijn.

Van oorlog naar oorlog

4.1 Een land om trots op te zijn.
Geschiedenis
Basis 2 - periode 3


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Van oorlog naar oorlog

4.1 Een land om trots op te zijn.
Geschiedenis
Basis 2 - periode 3


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig vandaag?
Leer en werkboek, map, pen, telefoon voor LessonUp.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Ken het begrip bondgenootschap. (R)
Kan je uitleggen welke vier oorzaken er zijn voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. (T)



Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen dia. Wat gaan de leerlingen deze les leren? 
Maak hierin ook een onderscheid tussen RTTI.
Herhaling
- Militarisme
- Nationalisme
- Imperialisme
- Eenwording van Duitsland 1871.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is nationalisme?
A
Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft.
B
Je erg trots voelen op je land.
C
Het maken van nieuwe wapens, zoals tanks en handgranaten.
D
Macht en aanzien van je land vergroten door meer gebieden te veroveren.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is militarisme?
A
Trots zijn op het eigen leger.
B
Je erg trots voelen op je land.
C
Een erg groot leger hebben.
D
Een erg klein leger hebben.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door het militarisme wilden veel mensen graag oorlog voeren. Sommige landen sloten vriendschap met elkaar: bondgenootschappen.
Bevriende landen hadden afgesproken elkaar te helpen.
Bondgenootschap
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar economisch en militair te helpen. Een soort vriendschap tussen landen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bondgenootschappen
Groen: Engeland, Frankrijk en Rusland.
De Geallieerden

Bruin: Duitsland, Oost-Hongarije en Italië.
De Centralen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland ligt tussen twee grote landen in. Welke landen zijn dat?
A
Frankrijk en Engeland.
B
Engeland en Rusland.
C
Frankrijk en Rusland.
D
Rusland en Turkije.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa was verdeeld in twee partijen.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
  1. Nationalisme: Trots op je eigen land.  
  2.  Militarisme: Trots op je leger.  
  3. Bondgenootschap :Samenwerking. 
  4.  Imperialisme : Een groot wereldrijk. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?
Trots zijn op je eigen land.
Trots zijn op je leger en soldaten
Groepen die afspreken elkaar te helpen bij een oorlog.
Een groot en machtig land willen worden door koloniën te veroveren.
militarisme
Bondgenootschappen
Imperialisme
Nationalisme

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bondgenootschap?
A
Twee of meer landen die oorlog met elkaar voeren.
B
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar nooit te helpen.
C
Een land dat extreem trots is op alles wat met oorlog te maken heeft.
D
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar te helpen bij een oorlog.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
  • Militarisme
  • Bondgenootschap
  • Nationalisme
  • Imperialisme

Slide 14 - Diapositive

Opsomming maken van alle begrippen die deze les geleerd zijn. Dik gedrukt zijn begrippen. Schuin zijn moeilijke woorden. 
Huiswerk
4.1 Een land om trots op te zijn. 
Lezen blz. 94 en maken blz. 95 vraag 5, 7

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is militarisme?
A
Trots zijn op het eigen leger.
B
Je erg trots voelen op je land.
C
Een erg groot leger hebben.
D
Een erg klein leger hebben.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het ontbrekende woord in.
Aan het begin van de Tijd van wereldoorlogen was er in veel Europese landen .... en militarisme.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je oorlog wilt voeren, heb je vrienden nodig. Hoe noem je de vriendschap die sommige landen met elkaar sloten?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bondgenootschap?
A
Twee of meer landen die oorlog met elkaar voeren.
B
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar nooit te helpen.
C
Een land dat extreem trots is op alles wat met oorlog te maken heeft.
D
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar te helpen bij een oorlog.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een oorzaak is een reden waarom iets gebeurt. Welke twee oorzaken zijn er?
Er zijn twee antwoorden goed!
A
Plotselinge oorzaak
B
Indirecte oorzaak
C
Directe oorzaak
D
Snelle oorzaak

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Europa ontstonden twee grote bondgenootschappen. Dat is een directe oorzaak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Tip: kijk op blz. 94 bij Oorzaak en gevolg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland ligt tussen twee grote landen. Welke landen zijn dat?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom was het niet gunstig voor Duitsland als er een oorlog zou komen?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions