H3.3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H.3.3 Kruisingen

Homozygoot

Hetzelfde

de 2 allelen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzlefde

Heterozygoot

Verschillend

de 2 allelen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend

Dominant of recessief

Het allel wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant

Dominant allel = Bruin haar: hoofdletter

Recessief allel = Blond haar: kleine letter

DUS

Als er een dominant allel aanwezig is komt die tot uiting in het fenotype (uiterlijk)

Hoe geef je bij een kruising de ouders aan?

1. P
2. F1
3. F2

De ouders van de F2 zijn de

1. P
2. F1

Hoeveel generaties zijn P, F1 en F2 samen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Zwarte vacht = H (dominant)
Witte vacht = h (recessief)
Zwarte muis is homozygoot en wordt gekruist met een wit mannetje.
Wat is het genotype van het mannetje?

Vraag 1

De eicellen bevatten het allel H.
Welk allel bevatten de zaadcellen?

Vraag 2

1. H
2. h

Welk genotype heeft de bevruchte eicel?

Vraag 3

Welke haarkleur hebben de muizen in de F1?

Vraag 4

Vraag 5

HH

Hh

Hh

hh

Hoe groot is de kans dat een nakomeling in de F2 homozygoot recessief is voor de haarkleur?

Vraag 6

Hoe groot is de kans dat een muis in de F2 een zwarte vacht heeft?

Vraag 7

Vraag 1:

B

b

Bb

Bb

Bb

B of b

B of b

Vraag 2:

BB

bb

Bb

Bb