Reformatie & Opstand Herhaling

       Renaissance & Opstand
Hoofdstuk 1
Tijd van Ontdekkers & Hervormers
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

       Renaissance & Opstand
Hoofdstuk 1
Tijd van Ontdekkers & Hervormers

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
  • Wat de Reformatie is
  • Wat oorzaken van de Opstand zijn. 
  • Wie Filips II, Willem van Oranje en Alva zijn
  •  Hoe de Nederlandse opstand ten einde  kwam

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 1
1.2 Renaissance --> Nieuwe ideeën over wetenschap, kunst, architectuur,  de mens, enz... Ook over het geloof.

1.3 Reformatie --> Katholieke geloof moet veranderen, maar wil niet. kerk wordt opgesplitst. Protestanten worden vervolgd, Ketters!

1.4 NL opstand --> Katholieke leider moet weg, NL wil zelf bepalen

Slide 4 - Diapositive

Tijd van Ontdekkers en Hervormers





De nieuwe ideeën en de reformatie leiden tot de Nederlandse Opstand
Ontdekkers
Hervormers
Renaissance ideeën
- nieuwsgierig naar de wereld (wetenschap)
- nieuw mensbeeld (Carpe Diem)
Reformatie 
- Splitsing van de kerk

Slide 5 - Diapositive

Reformatie/ 'Hervorming'
Rond 1500 willen mensen de kerk opnieuw vormgeven
Ze zijn het oneens met de macht en gebruiken van de kerk
Dit heet de Reformatie of Hervorming
Aanhangers van dit protestantisme zijn 'protestanten'

Slide 6 - Diapositive

Oorzaken van de Reformatie
Renaissance
Grieks/Romeinse teksten werden weer gelezen. Hierbij werd ontdekt dat de Griekse Bijbel verkeerd vertaald/uitgelegd was. Onderzoekers (Erasmus) gingen de Bijbel zelf uitleggen en misstanden bespreken.
Koning > kerk
In de middeleeuwen voelde iedereen zich "dorpeling". Toen vorsten meer macht kregen voelden mensen zich inwoner van een land (Fransman bv.). De vorsten eisten scheiding tussen kerk en staat, wat kon bij de Reformatie
Aantrekkelijk
Voor veel mensen had het protestantisme voordelen:
  • De adel kon grond van de kerk overnemen
  • De rijke burgers konden nog rijker worden
  • De armen hoefden minder geld aan de kerk te geven

Slide 7 - Diapositive

Maarten Luther
Maarten Luther is een Duitse monnik rond 1500
Op een dag gaat hij op bedevaart naar Rome
Daar ziet hij dingen van de kerk waar hij het mee oneens is
Hij kreeg veel kritiek op de kerk

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

'Lutheranisme'
Luther wordt vervolgd door de paus, maar krijgt ook aanhangers
Voor- en tegenstanders krijgen grote ruzie 
Uiteindelijk zo erg dat de kerk in tweeën scheurt ('schisma') 
Zo ontstaan de katholieke kerk en protestante kerk

Slide 10 - Diapositive

Mensen bleven trouw aan de kerk (katholieken) en werden trouw aan Luther (protestanten). Welk kenmerk hoort bij wie?
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 11 - Question de remorquage

Vragen over dit gedeelte?

Slide 12 - Diapositive

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • onderdeel Duitse keizerrijk

  • Rond 1500 waren al deze gebieden in handen van de Habsburgers
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 13 - Diapositive


Karel V
1500-1558



  • Karel van Habsburg erft het bestuur over de Nederlandse gewesten (1506), Spanje (1516) en het Rooms-Duitse Rijk (1519)
  • Huwelijken, veroveringen en erfenissen
  • Heer van de Nederlanden
De aanspreektitel van Karel?

Karel, bij de gratie Gods, Heilig Rooms keizer, Semper Augustus, Koning van Duitsland, Koning van Italië, Koning van heel Spanje, Castilië, Aragón, León, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, Mallorca, Secillia, Córdoba, Murcia, Jaén, Algarve, Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, Koning van de Beide Siciliën, Sardinië, Corsica, Koning van Jerusalem, Koning van de Westelijke en Oostelijke Indiën, Heer van de Eilanden en de Grote Oceaan, Aartshertog van Oostenrijk, Hertog van Bourgondië, Brabant, Lotharingen, Stiermarken, Karinthië, Krain, Limburg, Luxemburg, Gelderland, Neopatrië, Württemberg, Landgraaf van de Elzas, Prins van Zwaben, Graaf van Vlaanderen, Habsburg, Tirol, Gorizia, Barcelona, Artesië, Franche Comté, Henegouwen, Holland, Zeeland, Ferrette, Kyburg, Namen, Roussillon, Cerdagne, Drenthe, Zutphen, Markgraaf van het Heilig Roomse Rijk, Burgau, Oristano en Gociano, Heer van Friesland, het Wendland, Pordenone, Biskaye, Molin, Salins, Tripoli en Mechelen.

Slide 14 - Diapositive


Heer van de Nederlanden



  • Karel V  benoemt elk gewest een plaatsvervanger: de stadhouder
  • De gewesten vergaderden samen in de Staten-Generaal (algemene vergadering)
  • Karel probeert zijn centrale macht te versterken door: ambtenaren aan te stellen i.p.v. edelen, centrale belastingen te heffen, de 'ketterij' (protestanten) te bestrijden 





Slide 15 - Diapositive

Filips en de Nederlanden


  • Filips wilde meer staatsvorming en centralisatie. Oude rechten van de gewesten zouden niet meer gelden.
  • Het bestuur zou niet door de Nederlandse edelen worden uitgevoerd, maar door Spaanse ambtenaren.
  • Iedereen moest katholiek zijn: ketters (protestanten) moesten zwaar worden gestraft.
Het Escorial was het klooster-paleis van Filips II in Madrid. In tegenstelling tot zijn vader was Filips niet graag in de Nederlanden: het was er te koud en dat hielp niet bij zijn reuma.

Filips was opgevoed in Spanje door monniken. Hij was erg godsdienstig, bijna op het waanzinnige af. Zijn manier van regeren werd dan ook sterk bepaald door het katholieke geloof: de strijd tegen andere godsdiensten.

Toen er in 1559 vrede met Frankrijk kwam, kon hij eindelijk terug naar Spanje. In de Nederlanden hebben ze hem sindsdien niet meer gezien.

Slide 16 - Diapositive



Verzet tegen de Spaanse koning


  • Bestuurders van de gewesten wilden geen centraal bestuur: minder macht.
  • Nieuwe belastingen kostte de bevolking veel meer geld. 
  • Katholieke Filips II ging over tot bloedige vervolging van calvinisten in de Nederlanden. 
  • 1566 Smeekschrift der edelen. Vervolgens stopt de landvoogdes even met de bloedige vervolgingen en minder zwarte straffen.  

Slide 17 - Diapositive

De beeldenstorm (1)
  • Door smeekschrift werden protestanten even niet vervolgd en hoefden dus ook niet stiekem bijeen te komen. 

  • Er werden hagenpreken georganiseerd. 

  • 1566 Een Vlaamse predikant maakt zich kwaad over de heiligen verering in de katholieke kerk.  

Slide 18 - Diapositive

De Beeldenstorm (2)
  • Boze gelovigen trokken naar de kerk en vernielden alle beelden en namen de kostbaarheden mee.
  • Meer van deze plunderingen verspreidden zich als een olievlek door de Nederlanden. 
  • Als reactie stuurt Filips de hertog van Alva naar de Nederlanden... 

Slide 19 - Diapositive

Welke oorzaak hoort waar? 
Cultureel
Economisch
Politiek
De Nederlanders edelen wilden geen centraal bestuur. Zij wilden niet gehoorzamen aan Spaanse ambtenaren. 

In de Nederlanden waren de meeste mensen calvinist. Zij waren tegen de vrede vervolging van de protestanten
Nederlanders waren tegen vaste belastingen, zij zouden daardoor een deel van hun macht verliezen. 

Slide 20 - Question de remorquage

Vragen?
Over dit gedeelte?

Slide 21 - Diapositive

De opstand begint (1)
  • Na de beeldenstorm: Hertog van Alva.

  • Rechtbank: bloedraad & tiende penning.

  • Willem vlucht, Alva pikt bezittingen in. 
- Willem wordt ontslagen als stadhouder.

  • Vanuit Duitsland aanval op Alva.

  • 1568: Begin opstand: Willem valt, met Watergeuzen, de Spanjaarden aan. 

Slide 22 - Diapositive

De opstand begint (2)
  • Willem haalde zijn eerste succes bij Den Briel (1572).

  • Hulp van de watergeuzen:  protestantse vluchtelingen 

  • Steeds meer burgers kwamen in Opstand

  • Tweedeling: katholieken (Spanjaarden) tegenover protestanten (Nederlanders). 

Slide 23 - Diapositive

Beginjaren van de strijd
  • Hertog van Alva: problemen met huurleger. (Lege schatkist betekende plunderende soldaten.) 

  • Plunderingen zorgden voor meer haat.

  • Watergeuzen voerden geen veldslagen maar voerden kleine aanvallen uit. (Gebieden onder water zetten).

  • Bevrijding van Alkmaar en Leiden.  

Slide 24 - Diapositive

Afsluiting
Zijn er vragen?
Moet er iets herhaald worden?
Was er iets onduidelijk?

Slide 25 - Diapositive

1.4 - Het einde van de opstand

Slide 26 - Diapositive

De Nederlanden raken verdeeld
  • Noordelijke gewesten: 1579 Unie van Utrecht

  • Elkaar steunen in strijd tegen Spanjaarden.

  • Zuidelijke Gewesten bleven trouw aan Spaanse koning. Unie van Atrecht

  • 1584 Moord op Willem van Oranje.

  • 1585 Val van Antwerpen: vluchtelingen

Slide 27 - Diapositive

Onafhankelijkheid


  •  1581 wordt de onafhankelijkheid uitgeroepen
  • Zoektocht naar een nieuwe vorst, maar konden niemand geschikt vinden
In 1588 werd de nieuwe republiek geboren
Onder de naam: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Korteweg 'de republiek' was Uniek, omdat andere landen een koning aan het hoofd had.

Slide 28 - Diapositive

Overwinning
Strijd leek hopeloos tot 1588, omdat:
  1. Het ging goed met de handel & nijverheid voor de nieuwe republiek
  2. Spanje voerde meerdere oorlogen tegelijk
  3. De Republiek kreeg sterke bondgenoten die ook tegen Spanje vochten
  4. Maurits volgt in zijn vaders voetsporen


Slide 29 - Diapositive



Een onafhankelijk bestuur (3)


  • Niet één verplichte godsdienst, binnenshuis mocht je geloven wat je wilde: gewetensvrijheid.  (maar geen godsdienstvrijheid!).
  • Calvinistische kerk was de enige officiële kerk.
    - Alleen calvinisten mochten bestuursfuncties uitvoeren.
    - Katholieken werden gediscrimineerd. 

Slide 30 - Diapositive



Godsdienstoorlogen in Europa 


  • Conflicten tussen katholieken en protestanten in Frankrijk. (Bartholomeusnacht/Bloedbruiloft)
  • Duitsland onder Karel V werd het noorden protestants en zuiden katholiek.
  • Engeland onder Hendrik VIII kreeg ruzie met de paus en stichtte zijn eigen kerk. Met katholieke kenmerken zoals priesters, maar ook protestantse kenmerken zoals afschaffing van kloosters en priesters mochten trouwen.  
Onderzoeksvraag
Zijn er vandaag de dag nog godsdienstoorlogen?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Afsluiting
Zijn er nog vragen?
Moet er iets herhaald worden?
Was er iets onduidelijk?

Slide 33 - Diapositive