2.1 reading (14-10)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hello V3K3! :) 

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Today:

1. Homework check:

Exercises  1 - 6

2. Grammar:

Past simple / adverbs of frequency

3. Get to work!

4. Your test

Goals (at the end of this lesson...) :

- You understand the past simple.

- You can use adverbs of frequency.

Important dates:

1. Homework check:

Wat was het huiswerk?

Maken: unit 2.1 opdr.  1 t/m 6 (wb pages 48 - 50)

Leren: words unit 2.1 (tb page 78)

Ik loop langs om te controleren. Je mag zachtjes kletsen tussendoor!

De past simple gebruik je voor...

1. verleden tijd
2. tegenwoordige tijd
3. toekomende tijd

De past simple gebruik je wanneer iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer dat is gebeurd.

Welke signaalwoorden kun je bij zinnen in de past simple herkennen?

Wat krijgen regelmatige werkwoorden achter het werkwoord?

1. -ing (walk - walking)
2. -ed (walk - walked)
3. -er (walk - walker)
4. -en (walk - walken)

Regelmatige werkwoorden eindigen in de past simple op  -ed.

• I walked to school yesterday.
• I played football when I was younger.

Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm. Kijk hiervoor naar het tweede woord in het rijtje.

• I sang at an audition three weeks ago.
• I saw my cousin last week.

Welke optie is de correcte ontkennende vorm (-) van deze zin:

I talked to Suzie this morning.

1. I talked not to Suzie this morning.
2. Did I talk to Suzie this morning?
3. I didn't talk to Suzie this morning.
4. I talked to Suzie not this morning.

En de correcte vraag zin (?):

I talked to Suzie this morning.

1. I didn't talk to Suzie this morning?
2. Did I talk to Suzie this morning?
3. I talked to Suzie this morning?

Past simple

Voor ontkennende (-) en vragende (?) zinnen gebruik je did of didn't + hele werkwoord.

(+) I cooked a meal last night.

(-) I didn't cook a meal last night.

(?) Did I cook a meal last night?

Wat weet je nog over
adverbs (bijwoorden)?

Adverbs of frequency

Een bijwoord kan aangeven hoe vaak iets gebeurt.

Een aantal voorbeelden:

always, usually, often, sometimes, never...

Wat is de 'adverb of frequency' in de volgende zin:

We often talk about food together.

1. We
2. often
3. about
4. together

Een bijwoord staat meestal vóór het werkwoord waar het iets over zegt.

• She sometimes asks me to cook for her.
• We never walk to the supermarket. 

Maar let op... Het bijwoord komt ná een vorm van to be (am / are / is / was / were)

• I am still tired.
• They are usually late.

Adverbs of frequency

3. Get to work

Do:

Unit 2.1 reading

• Opdracht 7, 8 en 9 (pagina 50 / 51)
• Practise more grammar (online)

Niet af = huiswerk

Klaar? 

Practise more vocab (online)

How?

- Alleen of in tweetallen

- Zachtjes overleggen

- Muziek mag via je                         Chromebook

- Tijd tot timer voorbij is

4. Inzage toets

We gaan de toets samen even doornemen... Bedenk voor jezelf waar je nog de meeste winst te behalen hebt én wat er al goed gaat. Dit wil ik zo van je weten!

Niet op je toets schrijven, ik heb hem straks weer terug nodig!

1. Wat gaat er al goed?
2. Waar heb je nog winst te behalen?
3. Hoe ga je dat bereiken?

1. Wanneer gebruik je de past simple?
2. Waar eindigen werkwoorden op in de past simple (regelmatige werkwoorden)
3. Wat geven adverbs of frequency aan?

Homework

Noteer in je agenda voor maandag 18 oktober (2e uur):

Maken: opdracht 7, 8 en 9 (wb p. 50-51), practise more grammar (online)

Leren: Past simple & adverbs (tb p. 75)