Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar ben ik?
Waar ben ik?
Slide 2 - Diapositive
Plaatsbepaling
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen:
Je weet:
Wat lengtecirkels, breedtecirkels, evenaar, nulmeridiaan zijn en waar die zich bevinden.
Hoeveel breedtecirkels en lengtecirkels er zijn
Waar noordelijk, zuidelijk, westelijk, oostelijk halfrond is.
Kan van een plek op aarde de absolute ligging bepalen met de atlas.
Kan de relatieve ligging van een plek beschrijven
Slide 4 - Diapositive
Wat weten we al?
Slide 5 - Diapositive
Zuidpool
Noordpool
Slide 6 - Question de remorquage
Hoe noem je de 0° lijn die horizontaal over de aarde loopt?
Slide 7 - Question ouverte
Hoe noem je de 0° lijn die van de Noordpool naar de Zuidpool loopt?
Slide 8 - Question ouverte
Noordelijk halfrond
zuidelijk halfrond
Noorderbreedte
Zuiderbreedte
Slide 9 - Question de remorquage
Stand van de aarde
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
00:53
Klopt dit aantal? Hoeveel parallellen zijn er in totaal?
A
90
B
180
Slide 12 - Quiz
02:35
Hoeveel meridianen zijn er in totaal?
A
180
B
360
Slide 13 - Quiz
Dus:
Evenaar: Breedtecirkel die de wereld in 2 helften verdeelt: Noordelijk halfrond en zuidelijk halfrond.
Nulmeridiaan: Lengtecirkel die over Greenwich/Londen loopt die de wereld in 2 helften verdeelt, samen met 180 graden meridiaan: Westelijk halfrond en oostelijk halfrond.
Tussen elke breedtecirkel/meridiaan liggen 60 minuten, elke minuut is onderverdeeld in seconden.
Plaatsbepaling: altijd eerst de breedteligging (afstand tot de evenaar), dan de lengteligging (afstand tot de nulmeridiaan).
Dus eerst noorderbreedte NB/zuiderbreedte ZB, dan westerlengte WL/oosterlengte OL