H6, paragraaf 5-7 (2022)

H6, paragraaf 5 - 7
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BOAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

H6, paragraaf 5 - 7

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoe lang kan de verdachte van een overtreding worden opgehouden voor onderzoek?
A
6 uur
B
9 uur
C
3 x 24 uur

Slide 3 - Quiz

Wat zijn VH-feiten?
A
Lichte verkeersovertredingen
B
Alle soorten overtredingen
C
Alle strafbare feiten bij elkaar (misdrijven en overtredingen)
D
Zwaardere misdrijven

Slide 4 - Quiz

Wanneer is een feit een VH-feit?
A
Gevangenisstraf van 4 jaar of meer, of genoemd in art. 67 SV
B
Alle misdrijven zijn VH-feiten
C
Gevangenisstraf van 1 jaar of meer, en bijvoorbeeld stalking

Slide 5 - Quiz

Hoe lang mag de verdachte van een VH-feit worden opgehouden voor onderzoek?
A
6 uur
B
9 uur
C
3 x 24 uur

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurd er als de 9 uur ophouden voor onderzoek, niet genoeg is en er meer tijd nodig is?
A
Het ophouden voor onderzoek wordt nog een keer met 9 uur verlengd
B
De verdachte wordt op bevel van een (h)ovj in verzekering gesteld voor 3 x 24 uur
C
De verdachte wordt voorgeleid aan de rechter-commissaris en gaat in bewaring

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

  Inbeslagname
   Inbeslagneming = het onder zich nemen of gaan houden van       een voorwerp ten behoeve van de stafvordering.

Slide 9 - Diapositive

Wanneer is een voorwerp vatbaar voor inbeslagname?
A
Om de waarheid aan de dag te kunnen brengen
B
Om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te kunnen tonen
C
Om onttrokken te kunnen worden aan het verkeer
D
Om verbeurd te kunnen worden verklaard

Slide 10 - Quiz

  Vatbaarheid
     Waarheid aan de dag
     Om te bewijzen dat een verdachte het strafbare feit heeft gepleegd.
     Wederrechtelijk verkregen voordeel aantonen
     Goederen (of andere voordelen) die gekocht zijn met 'zwart' (crimineel) geld.
     Verbeurdverklaring
     Een voorwerp dat door de verdachte gebruikt is om het strafbare feit te plegen, bv een auto.         Verbeurdverklaring is bijkomende straf. In meeste gevallen word het goed dan verkocht.
     Onttrekking aan het verkeer
     Een maatregel die de rechter kan uitspreken als het bezit van een voorwerp in strijd is met de       wet of het algemeen belang, zoals wapens of drugs. Worden meestal vernietigd.




Slide 11 - Diapositive

Je krijgt een melding van een inbraak in een woning. Ter plaatse vindt je een koevoet die waarschijnlijk door de dader(s) is gebruikt om de deur open te breken. Op grond waarvan is de koevoet vatbaar voor inbeslagname?
A
Wederrechtelijk verkregen voordeel
B
Waarheid aan de dag brengen
C
Verbeurd verklaren
D
Onttrekken aan het verkeer

Slide 12 - Quiz

Tijdens een dienst betrap je op heterdaad een drugsdealer. Je neemt zijn 3 mobiele telefoons en zijn drugs in beslag. Op grond waarvan zijn deze vatbaar?
A
Drugs = wederrechtelijk verkregen voordeel. Telefoons = waarheidsvinding
B
Drugs = waarheidsvinding. Telefoons = onttrekking uit het verkeer.
C
Drugs = verbeurd verklaring. Telefoons = wederrechtelijk verkregen voordeel
D
Drugs = onttrekking uit het verkeer. Telefoons = waarheidsvinding

Slide 13 - Quiz

 Ibn aan- en staandehouding

    Staande gehouden: alleen zichtbaar door de verdachte met zich gevoerde voorwerpen
    (onderzoek aan de kleding mag namelijk alleen bij aangehouden verdachte + ernstige                      bezwaren).
    Aangehouden: alle vatbare voorwerpen die de verdachte met zich voert, ook bijvoorbeeld              vervoermiddel.

    Let op:
    Burgers en BOA’s die niet bevoegd zijn voor opsporing van het strafbare feit waarvoor iemand      verdachte is, mogen alleen voorwerpen die verdachte zichtbaar met zich voert AFPAKKEN.



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn 'ernstige bezwaren'?
A
Dat je het zeker weet (op heterdaad)
B
Méér dan een redelijk vermoeden
C
Hetzelfde als een redelijk vermoeden
D
Dat iets misschien zo is

Slide 16 - Quiz

  Ibn op en buiten heterdaad
    Art. 96 SV: in geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van                        verdenking van een VH-feit, is de opsporingsambtenaar bevoegd de daarvoor vatbare                      voorwerpen in beslag te nemen en daartoe elke plaats te betreden.


    Op heterdaad --> bij misdrijf én overtreding
    Buiten heterdaad --> alleen bij VH-feit.

    Om in beslag te nemen, is de opsporingsambtenaar bevoegd om elke plaats te betreden                (woning alleen met machtiging!). Mag dan speurend rondkijken (doorzoeken alleen met                  machtiging RC). Doorzoeken mag wel bij een voertuig (art.96b SV)





Slide 17 - Diapositive

Welke plaatsen mogen niet (zomaar) betreden worden?
A
Woningen
B
Rechtbank tijdens terechtzitting
C
Kerk tijdens een kerkdienst
D
Vergaderruimten (S-G, provincie, gemeente) tijdens vergadering

Slide 18 - Quiz

  Bevriezingsmaatregelen

Slide 19 - Diapositive

De bewoner van een woning kan gedwongen worden in bv de woonkamer te blijven terwijl de opsporingsambtenaar wacht op de RC.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

 Doorzoeken vervoermiddelen

Slide 21 - Diapositive

Tijdens een verkeerscontrole, zie je in de asbak van de auto die je controleert een joint liggen. Mag je nu de auto doorzoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

 Uitlevering bevelen
    Art 96a SV
    Alleen bij VH-feit, zowel op als buiten heterdaad, is een OA bevoegd te bevelen dat het                      voorwerp ter IBN aan hem wordt uitgeleverd.

    BEVEL TOT UITLEVERING MAG NIET AAN VERDACHTE WORDEN GEGEVEN OMDAT DEZE NIET            VERPLICHT KAN WORDEN OM AAN ZIJN EIGEN VEROORDELING MEE TE WERKEN!

    Opzettelijk niet voldoen aan deze vordering --> strafbaar 184 WvSr (handeling van een                       ambtenaar opzettelijk beletten, belemmeren of verijdelen)



Slide 23 - Diapositive

  Afhandeling ibn

    KVI: Kennisgeving Van Inbeslagname opmaken = proces-verbaal (PV) dat voorwerpen door            politie in beslag zijn genomen
    Dit PV moet zsm naar hovj om te beoordelen of IBN terecht is en om te beoordelen of IBN 
    moet worden gehandhaafd (teruggeven of langer houden)

    Bewijs van ontvangst maken voor beslagene.

    Geen strafvorderlijk belang meer voor IBN? Dan teruggeven. Is het een gestolen goed? Dan            schriftelijk vrijwillig afstand doen van het voorwerp. Of voorwerp wordt verbeurd verklaard              (henneplampen). Of voorwerp wordt onttrokken aan het verkeer (bv drugs/wapens/nepgeld).


Slide 24 - Diapositive

Een verdachte is voor de 3e keer gepakt voor het rijden onder invloed van drugs. Wat voor bijkomende straf kan een rechter opleggen?
A
Na de waarheidsvinding wordt de auto vernietigd
B
Auto wordt onttrokken uit het verkeer
C
Verbeurdverklaring van de auto

Slide 25 - Quiz

Heb je nog vragen over inbeslagname?

Slide 26 - Question ouverte

Algemene wet op binnentreden
   Binnentreden= het betreden van een gebouw, voertuig of               ander plaats door een OA ter uitoefening van één van zijn               bevoegdheden

   Elke plaats = elke plaats die kan worden betreden. Voorbeeld:       winkel, schouwburg, schuur, voertuig, bosperceel, tuin, loods,     garage, weiland (woning alleen met machtiging en let op               beschermde plaatsen!)

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Welke 3 plaatsen zijn 'beschermde plaatsen'?

Slide 29 - Question ouverte

 Betreden beschermde plaats
   3 beschermde plaatsen: vergaderruimten Staten-Generaal, ruimten voor         godsdienstoefeningen, terechtzittingen.

Slide 30 - Diapositive

Je wilt als BOA een verdachte op heterdaad aanhouden ter zake diefstal (je bent niet bevoegd voor dit feit). De verdachte rent weg en rent een garagebedrijf binnen. De eigenaar van de garage wil je niet binnen laten... Wat nu?
A
Je gaat toch naar binnen, je bent als burger namelijk bevoegd iedere plaats te betreden ter aanhouding
B
Je blijft buiten wachten en belt de politie. Zelf mag je namelijk niet naar binnen en de politie wel.
C
Je belt een hovj en regelt een machtiging. Met een machtiging mag je wel naar binnen.
D
Je geeft het op en laat de verdachte gaan. :(

Slide 31 - Quiz

De politie komt ter plaatse en ziet de verdachte van de diefstal verder rennen. Nu rent de verdachte een woning binnen. Wat gaat de politie doen?
A
De politie rent achter de verdachte aan de woning binnen, zij mogen namelijk iedere plaats betreden
B
De politie blijft buiten en belt een hovj voor een machtiging tot binnentreden. Daarna mogen zij naar binnen.
C
Een woning mag niet betreden worden. De politie belt de hovj voor een aanhouding buiten heterdaad.

Slide 32 - Quiz

Heb je nog vragen over het betreden van plaatsen of de algemene wet op binnentreden?

Slide 33 - Question ouverte

 7. Jeugdige personen
  Twee categorieën strafrechtelijke minderjarigen:
  - Personen die tijdens het plegen jonger dan 12 jaar zijn
  - Personen die tijdens het plegen tussen de 12 en 18 jaar zijn

Slide 34 - Diapositive

  Personen tot 12 jaar
   Kinderen onder de 12 jaar kunnen niet vervolgd worden voor strafbare               feiten. Zij kunnen niet voor de rechter gebracht worden en hen kan geen           straf worden opgelegd.

   Wel mogen bepaalde opsporingsbevoegdheden worden uitgeoefend:
   Staande houden, aanhouden op heterdaad, aanhouden buiten heterdaad       op bevel (H)OvJ, inbeslagneming, binnentreden ter aanhouding en                       doorzoeking ter aanhouding. Onderzoek aan kleding en lichaam.




Slide 35 - Diapositive

Hoe lang kan een kind onder de 12 jaar maximaal worden opgehouden voor onderzoek?
A
6 uur
B
6 uur, en 6 uur verlenging voor id
C
9 uur
D
3 x 24 uur

Slide 36 - Quiz

 Personen 12 - 18 jaar
  Voor verdachten tussen de 12 en 18 jaar gelden in beginsel alle     bepalingen van het WvSV. Er is wel een apart hoofdstuk voor         12-18 jarigen dat alleen voor hen van toepassing is. 
  (Krijg je een boete voor een lichte verkeersovertreding, dan           wordt deze gehalveerd als je tussen 12-16 jaar bent)

   HALT straf soms mogelijk!

 

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Identificatieplicht vanaf 14 jaar
   Vordering inzage ID mag aan iedereen worden gedaan, maar alleen degene
   die 14 jaar of ouder is moet daadwerkelijk voldoen.

   Als iemand zegt jonger dan 14 te zijn, is het aan de opsporingsambtenaar         om te bepalen of hij redelijkerwijs zou mogen aannemen dat de persoon         toonplichtig is.

   Enkele uitzonderingen zoals Wet Personenvervoer 2000 --> in bus, trein,         etc. ben je vanaf 12 jaar toonplichtig.


Slide 39 - Diapositive

Wanneer mag een opsporingsambtenaar van je vorderen dat je je id laat zien?
A
Als dat nodig is voor de uitvoering van zijn/haar taak
B
Altijd, als je dat wilt
C
Alleen wanneer iemand een strafbaar feit heeft gepleegd
D
Wanneer iemand mondeling zijn gegevens niet wil geven

Slide 40 - Quiz

Heb je nog vragen over paragraaf 7, jeugdige personen?

Slide 41 - Question ouverte

 Huiswerk & bijzonderheden
- Werkboek paragraaf 7 maken en inleveren vóór zondag 23 mei 23.59 uur.    LET OP! De andere werkboeken moeten ook ingeleverd zijn voor zondag!
- LEREN LEREN LEREN LEREN LEREN en oefenexamens maken.

- Maandag 24 mei GEEN les ivm pinksteren.
- De online BOA les van donderdag 27 mei, wordt verplaatst naar
   woensdag 26 mei in jullie zelfstudie moment. 

Slide 42 - Diapositive