20.3-2 Fotosynthese

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Paragraaf 1 Dierenwelzijn

20.3 Fotosynthese - deel 2

Reflectie les 1

1. Hoeveel NADPH, H en ATP ontstaan tijdens de niet cyclische fosforylering.

2. Wat levert de energie voor het pompen van H+ van stroma naar lumen?

3. Wat levert de energie voor het vormen van het ATP?

Doel 20.3

Je leert hoe planten glucose maken

Overzicht fotosynthese

Lichtreactie:

1. niet-cyclische fosforylering (productie NADPH,H+ en ATP)

2. cyclische fosforylering (productie van ATP)

Donkerreactie:

Calvincyclus (productie van glucose uit CO2 en H2O mbv NADPH,H+ en ATP)

Overzicht fotosynthese

Donkerreactie:

Calvincyclus (productie van glucose uit CO2 en H2O mbv NADPH,H+ en ATP)

Hierbij is geen licht nodig.

6 CO2 en 6H2O worden gebonden aan 6 C5 moleculen 

Dit levert 12 C3 moleculen

Enzym Rubisco is nodig voor deze reactie 

12 C3 moleculen worden met 12 ATP en 12 NADPH,H+ omgezet om 2 stappen

12 andere C3 moleculen ontstaan

12 C3 moleculen worden omgezet in 1 glucose en 10 andere C3 moleculen

10 C3 moleculen worden omgezet 6 C5 moleculen

6 C5 moleculen worden met 6 ATP omgezet naar 6 andere C5 moleculen

biologiepagina.nl

Kleine uitleg afsluiter

1. Hoeveel ATP is er nodig om 1 glucose molecuul te vormen en hoeveel NADPH,H?

2. Hoeveel ATP kwam er ook alweer vrij bij de aerobe dissimilatie van 1 glucose molecuul?

3. Waar vindt de donkerreactie plaats? 

4. Wanneer vindt de donkerreactie plaats?

5. Wat is de reden dat de lichtreacties zijn verdeeld in de niet-cyclische en de cyclische fosforylering?

Zelfstandig aan de slag

Lees 20.3

Maak de opdrachten.