3.3 Geloven of niet geloven?

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Het geloof was in de middeleeuwen zo belangrijk dat men...

1. ...ging tuinieren
2. ...vrouwen zelfs het klooster ingingen
3. ...boeken ging schrijven
4. ...hun kinderen aan het klooster gaf

In het klooster

• Monniken leefden voor God
• Zij woonden in een klooster
• Ze schreven boeken, gaven les, verbouwden hun eigen eten
• Ook zorgden zij voor armen, zieken en reizigers

Geloven of niet geloven?

Een horige is een

1. Boer die geen eigen grond had
2. Een boer die vrij was

Wat moesten de horigen NIET doen voor de heer?

1. Een deel van hun oogst geven
2. Hout kappen
3. Vee verzorgen
4. het land beschermen

Welke omschrijving past het beste bij de adel?

1. Boeren die in kleine boerderijen wonen
2. Soldaten die in een kasteel wonen
3. Machtige heren die de baas zijn over een groot stuk land
4. Horigen die een deel van de oogst moeten afstaan

Een geloof voor iedereen

• Na de val van Rome waren mensen wanhopig
• Monniken vertelden over de bijbel
• Dit gaf moed en hoop

Wat betekent het begrip:
"monnik"

1. Een geestelijke vrouw die in een klooster woont en werkt.
2. Iemand die naar de kerk gaat
3. Een geestelijke die het hoofd van een klooster is.
4. Een geestelijke man die in een klooster woont en werkt.

Geen christen maar heiden

• Veel mensen waren geen christen
• Natuurgodsdienst
• Dit noemden de christenen heidenen
• Christenen vonden dat deze mensen christelijk moesten worden

Zij leefden volgens de regels uit de bijbel

1. Christenen
2. Heidenen

Heidenen zijn...

1. Mensen die in God geloven
2. Mensen die Jezus volgde
3. Mensen die geloven in natuurgoden
4. tegenstanders van de moslims

Koppel het juiste begrip aan de juiste groep mensen

Monnik

Heidenen

Maken

Blz. 102 t/m 103

Opdracht 1 t/m 14

Les afsluiten

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat ging er goed vandaag?

Wat zou er een volgende les beter kunnen?

Een geloof voor iedereen

Heidenen en bekeren

Lesplanning

Doel

Vorige les

Instructie

Zelfstandig werken

Les afsluiten

Doel

De leerlingen kunnen in eigen woorden aan het einde van de les dat het Christendom steeds belangrijker werd. 

Vorige les

Hebben jullie nog vragen over de vorige les?

Heidenen

Heidenen zijn mensen die in natuurgoden geloven en natuurkrachten geloven. 

Bekeren

Ze wilde dat de heidenen weer in christenen ging geloven.  

(over stappen op een ander geloof)

Wat vieren de Germanen bij eind december?

Wat wordt er gevierd bij Kerstmis?

Monniken

Een monnik is een man die zich in zijn leven vooral bezighoudt met het geloof. 

Nonnen

Dat zijn vrouwen die ik het klooster wonen. 

Klooster

een klooster is een gebouw waar mannen (monniken) en vrouwen (nonnen) samenleefden volgens strenge regels.

Regels in het klooster

- 7 keer per 24 uur bidden ( dus ook 's nachts)

- voor andere zorgen

- Onderwijs geven (kinderen leren lezen, rekenen en schrijven en er werd godsdienst gegeven)

- Voedsel en kleding uitdelen aan arme mensen. 

Zelfstandig werken

Blz. 104 t/m 105

Opdracht 7 t/m 32

Verschillende groepen

- Stand, 

- Geestelijken,  

- Paus 

- Adel.

Groep -> Stand

Een stand is een groep mensen die volgens de middeleeuwen een eigen taak had. 

Stand -> Geestelijke.

Een belangrijkste stand bestond uit mensen die in de kerk werkten. zoal monniken, nonnen, paul en priesters.  Zij moesten bidden voor die mensen. 

Mensen in dienst zijn van de kerk noem je: geestelijken

De hoogst geestelijke was de: paus. 

De tweede stand

De tweede stand was de adel. 

Iemand van adel wordt ook wel edelman genoemd. 

De adel moest mensen beschermen. Je kon niet zomaar edelman worden. 

Óf je moeder óf je vader was van adel ó de koning  maakte een edelman van je. Je kreeg dan bijvoorbeeld de titel: hertog, graaf of ridder. Ridders waren bewapende ruiters. 

Zelfstandig werken

Blz. 106 t/m 107

Vragen 21 t/m 27