Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.2 India als trots van het Britse Rijk
HC Britse Rijk 1585 - 1900
les 2 - Britse normen en waarden in India.' t/m 'Einde aan de Mogol-dynastie
Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?
Slide 1 - Diapositive
Lees van par 1.2:
Britse normen en waarden in India.' t/m 'Einde aan de Mogol-dynastie
Bestudeer:
timer
7:30
Slide 2 - Diapositive
Britse normen en waarden in India
Rond 1850
Slide 3 - Diapositive
De belangrijkste religies in India waren het hindoeïsme en de islam.
De rituelen die bij deze religies hoorden vonden de Britten maar vreemd.
Ook andere gebruiken die in de Indische cultuur voor kwamen waren maar raar en vreemd.
De Britten maakten het hun taak om deze 'rare' gebruiken aan te pakken en om te vormen naar Westerse, Britse normen en waarden. Dat gold voor de godsdiensten maar ook de culturele gebruiken.
Britse normen en waarden in India
Rond 1850
Weduweverbrandingen zijn een voorbeeld van zo'n Indiaas cultureel gebruik die de Britten raar en ongepast vonden.
Slide 4 - Diapositive
The white men's burden
Slide 5 - Diapositive
Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 6 - Quiz
‘Laten we ons best doen om onze wortels in de bodem van India te planten door de geleidelijke introductie en ontwikkeling van onze eigen principes en opvattingen, van onze wetten, instituten en manieren, maar bovenal – als de bron van alle verbeteringen – van onze godsdienst en als gevolg daarvan onze moraal. Europese wetten en instellingen zijn vanzelfsprekend superieur aan die van Azië. Dat geldt te meer voor de Britse wetten en instellingen. Ze kunnen met zekerheid voorspellen dat als India haar duistere, bloedige, bijgelovige gebruiken heeft ingeruild voor de zachtaardige invloed van het christelijk licht en de waarheid, orde, veiligheid en voorspoed vanzelf zullen volgen.’
Uit: Parlementaire toespraak van William Wilberforce (1832).
Geef in één zin weer hoe William Wilberforce dacht over het doorvoeren van Engelse normen en waarden in de Indiase samenleving. Geef vervolgens aan welke motieven hij geeft voor zijn standpunt.
Wat vind jij daarvan?
Slide 7 - Diapositive
Ondanks de afwijzing van de Indiase gebruiken en religies, accepteerden de meeste Indiërs het Britse gezag.
Veel Indiërs werkten voor de EIC als bestuurder of tussenhandelaar. Zij hadden een economisch belang bij een goede relatie met de Britten.
Toch sluimerde er wel ongenoegen over de overheersing en ontstond er soms opstand die de Britten dan snel weer met hun leger onderdrukte.
Tot de opstand een keer binnen het Brits-Indische leger ontstond.
De Grote Indiase Opstand
1857
Slide 8 - Diapositive
Het Brits-Indische leger bestond uit Britse officieren en Indische soldaten.
In 1857 weigeren deze soldaten om de nieuwe wapens te gebruiken omdat die zouden zijn ingesmeerd met koeien en varkensvet. (De koe is een heilig dier voor de hindoes en varkens zijn volgens de islam onrein.)
De Britse officieren zetten de weigeraars gevangen. Hierop reageren andere soldaten door in opstand te komen.
Het lukte de opstandelingen om Delhi te veroveren en veel Britten te vermoorden. De Opstand breidt zicht uit over India. 1/6 deel van India was even vrij van Britse overheersing.
De Grote Indiase Opstand
1857
Slide 9 - Diapositive
Het verhaal van de Grote Indiase Opstand laat zien dat de manier waarop de Britten omgingen met de Indiase cultuur ook in hun nadeel kon werken.
Slide 10 - Question ouverte
Wraak
De leeuw neemt wraak op de tijger. Cartoon uit het Britse tijdschrift Punch (1857).
Voor welke landen staan de twee dieren in de tekening van bron 31 symbool?
Slide 11 - Diapositive
Wraak
De leeuw neemt wraak op de tijger. Cartoon uit het Britse tijdschrift Punch (1857).
Voor welke landen staan de twee dieren in de tekening van bron 31 symbool?
Maak met behulp van twee beeldelementen de standplaatsgebondenheid van de tekenaar duidelijk.
Slide 12 - Diapositive
Vooraanstaande familie
Een vooraanstaande Indiase familie, halverwege de negentiende eeuw.
Welk voorbeeld van Britse invloed zie je terug op deze foto?
Bedenk onder welke Indiase bevolkingsgroepen de Britse invloed het grootst was en onder welke bevolkingsgroepen het kleinst.
Slide 13 - Diapositive
Bedenk drie mogelijke voorbeelden van Britse invloed op dit gezin die niet op een foto zichtbaar zijn.
Slide 14 - Question ouverte
Einde aan de Mogol-dynastie
1858
De Britse leeuw neemt wraak op de Bengaalse tijger. Cartoon uit het Britse tijdschrift Punch (1857)
Slide 15 - Diapositive
Uiteindelijk lukt het de Britten om de opstand neer te slaan. De onderlinge verschillen tussen de Indiase bevolkingsgroepen zijn te groot om echt een sterke eenheid tegen de Britten te vormen.
Maar het feit dat de opstand kon uitbreken geeft wel aan dat de EIC de zaken nit goed onder controle heeft.
Het leger wordt gereorganiseerd en de Britten worden strenger, er komt minder ruimte voor Indiase gebruiken.
Het laatste restje macht dat de Mogolvorsten hadden komt nu ook in Britse handen. Er komt een eind aan de regeerperiode van de Mogol-dynastie
Einde aan de Mogol-dynastie
1858
Slide 16 - Diapositive
Symbolisch voor deze verandering kun je de kroning van koningin Victoria tot keizerin van India noemen. Dit maakt heel duidelijk dat India onder Brits gezag staat en een deel is van het Britse Rijk.
Dit is een duidelijk voorbeeld van Modern-Imperialisme: Het streven van West-Europese landen na 1850 om zoveel mogelijk koloniale gebieden te verwerven.
Kenmerkend hiervoor is dat het moederland het volledige bestuur overneemt en westerse waarden en normen gaat opleggen aan de overheerste cultuur. Dat is dus duidelijk anders dan het handelskolonialisme in de 16e, 17e en 18e eeuw.
Einde aan de Mogol-dynastie
1876
Slide 17 - Diapositive
Bron: India na 1857
Nadat de opstand van 1857 was neergeslagen werd een einde gemaakt aan het bestuur door de East India Company, en vanaf 1863 kwam India rechtstreeks onder het bestuur van de Britse regering te staan. De Britten hervormden, al voor die tijd, het rechtsstelsel en het onderwijssysteem. Hiermee was onder meer Thomas Macaulay belast, die tussen 1834 en 1838 het door hem inferieur geachte traditionele stelsel verving door een op het Britse systeem geschoeid systeem, met als voertaal Engels. Rond 1850 werd er ook een begin gemaakt met de bouw van een spoorwegnet door het subcontinent, dat nog altijd een van de meest zichtbare erfenissen van het Britse bewind is. Een andere erfenis zijn de grote irrigatiekanalen.
In deze koloniale periode was Brits-Indië een land waar grote verdeeldheid heerste. Dat kwam mede doordat de Britten de gebruiken van de Indiërs niet altijd eerbiedigden. De Britten veroorzaakten veel onrust door bijvoorbeeld heilige koeien te slachten en onreine dieren te eten. In 1812 hadden de Britten de weduweverbrandingen verboden maar dit gebruik bleef nog lange tijd bestaan. Er was veel onvrede onder Indiërs. Dit werd ook gevoed door de terugkerende hongersnoden.
Toon met twee voorbeelden uit de bron aan dat de periode van het ‘modern imperialisme’ ongeveer halverwege de 19e eeuw begint.
examenopdracht
Slide 18 - Diapositive
Bron: India na 1857
Nadat de opstand van 1857 was neergeslagen werd een einde gemaakt aan het bestuur door de East India Company, en vanaf 1863 kwam India rechtstreeks onder het bestuur van de Britse regering te staan. De Britten hervormden, al voor die tijd, het rechtsstelsel en het onderwijssysteem. Hiermee was onder meer Thomas Macaulay belast, die tussen 1834 en 1838 het door hem inferieur geachte traditionele stelsel verving door een op het Britse systeem geschoeid systeem, met als voertaal Engels. Rond 1850 werd er ook een begin gemaakt met de bouw van een spoorwegnet door het subcontinent, dat nog altijd een van de meest zichtbare erfenissen van het Britse bewind is. Een andere erfenis zijn de grote irrigatiekanalen.
In deze koloniale periode was Brits-Indië een land waar grote verdeeldheid heerste. Dat kwam mede doordat de Britten de gebruiken van de Indiërs niet altijd eerbiedigden. De Britten veroorzaakten veel onrust door bijvoorbeeld heilige koeien te slachten en onreine dieren te eten. In 1812 hadden de Britten de weduweverbrandingen verboden maar dit gebruik bleef nog lange tijd bestaan. Er was veel onvrede onder Indiërs. Dit werd ook gevoed door de terugkerende hongersnoden.
Slide 19 - Diapositive
Toon met twee voorbeelden uit de bron aan dat de periode van het ‘modern imperialisme’ ongeveer halverwege de 19e eeuw begint.
Slide 20 - Question ouverte
Poster aanvullen
Slide 21 - Diapositive
Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
Tijdvak 7
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.
Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij dit deel van de paragraaf?
Slide 22 - Diapositive
Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
Tijdvak 7
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.
Kenmerkende aspecten
Slide 23 - Diapositive
Welke vragen heb je nog?
Slide 24 - Question ouverte
huiswerk
bestudeer par 1.2 vanaf 'India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt t/m Indiërs wille deelnemen aan bestuur.'