Lezen H6 - Tekst en publiek deel 2

Welkom!
Vandaag:

- 10 minuten lezen
- Klassikaal verder met H6 Lezen
- Zelfstandig werken
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Vandaag:

- 10 minuten lezen
- Klassikaal verder met H6 Lezen
- Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Lezen H6 - tekst en publiek

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel

- Ik kan bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven

Slide 3 - Diapositive

Tekst en publiek
Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij/zij zijn doel niet. 

Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:

Slide 4 - Diapositive

Noem een soort tekst + het publiek

Slide 5 - Carte mentale

Op welke 4 dingen let je om te bepalen voor wie een tekst bedoeld is?

Slide 6 - Question ouverte

Publiek
Een tekst is altijd voor een bepaald publiek geschreven.
 
Het publiek kan je opmerken aan de volgende dingen:
- het onderwerp
- de bron
- het taalgebruik
- de lay-out

Slide 7 - Diapositive

het onderwerp
Een tekst over de nieuwste schoolagenda's is voor jongeren en een tekst over uitjes met je kleinkinderen is voor ouderen.

Slide 8 - Diapositive

de bron
Een tekst in Fashionasta is vooral voor meisjes en een tekst op de website van Power Unlimited is meer voor jongens. Zo zijn er ook bladen en websites voor vrouwen (LINDA), mannen (AutoWeek), tuinliefhebbers (Groei & Bloei) en ga zo maar door. Dagbladen (kranten) zijn meestal gericht op een algemeen publiek.

Slide 9 - Diapositive

het taalgebruik
Een tekst in een jongerenkrant heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst heeft vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.

In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktermen), zoals blancheren en julienne in recepten voor kookfanaten.

Teksten voor jongeren herken je vaak aan typische jongerenwoorden, zoals 'epic' en 'lit'; ook wordt je als lezer dan meestal met 'jij ' en 'jou' aangesproken.

Slide 10 - Diapositive

de lay-out
Advertenties, teksten voor jongeren en popukaire weekbladen voor een breed publiek (zoals Quest, Glossy) zijn vaak rijk geïllustreerd en hebben meestal grote koppen en veel kleuren.

Tijdschriften voor een kleiner publiek (zoals Onze Taal, New Scientist) hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt.   

Slide 11 - Diapositive

Wat is het publiek van de Donald Duck?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het publiek van 'Nieuw Nederlands - 2hv'?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het publiek van de Volkskrant?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het publiek van Instagram?

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag
Maak opdracht 2, 4 en 5 van H6 Lezen. 

Moet je nog iets doen voor de boekpromotie (vandaag inleveren!)? Dan mag dat ook. 

Slide 16 - Diapositive