Niveau B+ week 36

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

In deze les:

Terugblik

Voorkennis

Lesdoelen

Filmpjes

Opdrachten

Evalueren

Extra opdracht bij tijd over.

Tip!

Denk aan: 

Zwitserland

Tip 2!

Wat weet je nog van
vorige week?

Hier ligt Zwitserland

Het onderwerp van deze week is:

B l i k s e m

Wat weet je al over bliksem?

Voeg 8 foto's toe van de 4 verschillende seizoenen.

Les doelen

Foto

Ik weet waar Zweden ligt

Ik kan uitleggen hoe bliksem ontstaat

Ik kan twee dingen opnoemen die ik moet doen als het onweert

Foto2

Hier ligt Zweden!

Hoofdstad

De hoofdstad is Stockholm

Hier ligt Zweden

Wat denk jij? Waar of niet waar? 

Help?!

Sleep het juiste X naar waar of niet waar.

Dit is een niveau C vraag

X

X

X

X

X

Je gaat zo elke keer een stukje lezen

Waarom gaat de inleiding
over de ongelukken in
Zweden en Duitsland?

Lees

Wat zou er gebeurd kunnen zijn
waardoor de jongeren geraakt
werden door de bliksem?
Gebruik je eigen kennis.

Lees

Op de volgende pagina komt een filmpje.

Wat zit er in een wolk?

Hoe ontstaat onweer?

Stonden de Zweedse jongeren veilig tijdens het onweer?

Lees

1. Ja
2. Nee

Hoe gaat het nu
met de jongens?

Lees

De tekst gaat over onweer. Stel je voor dat je buiten bent bij onweer.
Wat zie je?

De tekst gaat over onweer. Stel je voor dat je buiten bent bij onweer.
Wat hoor je?

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat voel je?

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat ruik je?

Geef antwoord op de volgende vraag in 10 zinnen.
Wat doe jij de volgende keer als je aan het fietsen bent tijdens onweer?

Tip

Wees creatief.
Denk na over hoe je gaat vertrekken, wat je dan doet en meeneemt.

Wat betekent uitzetten?

Tip!

1. even veel plaats innemen
2. geen plaats innemen
3. meer plaats innemen
4. minder plaats innemen

Met welke zin kan het stukje tekst
onder het kopje
Elektrische ontladingen
het beste verdergaan?

Lees

1. Je hebt dan een goede reden om bang te zijn
2. Je kunt dan 112 bellen voor advies.
3. Je kunt dan maar het beste blijven waar je bent.
4. Je moet dan maatregelen nemen

Wat betekent bij voorkeur (regel 54)?

Lees

1. bijvoorbeeld
2. het liefst
3. liever niet
4. waarschijnlijk

Wat betekent het: 'weersverschijnsel'?

1. de wrijving = de kracht die ontstaat wanneer twee oppervlakken tegen elkaar bewegen
2. het weersverschijnsel = de toestand van het weer, bijvoorbeeld neerslag, wind, vorst, wolken
3. Het is een veilige plek
4. Weet ik niet

Lees het stukje Elektriciteit. Welke zinnen over bliksem en donder zijn waar? Er zijn twee antwoorden goed

Tip!

1. Bliksem is eigenlijk een soort vonk die overspringt van de aarde naar onweerswolken in de lucht.
2. Bliksem komt alleen voor in de zomer, terwijl donder ook in de andere seizoenen kan ontstaan.
3. Bliksem ontstaat als warme en koude luchtstromen met hoge snelheid langs elkaar waaien.
4. De hitte van de bliksem zorgt voor een ontploffing van de lucht. Dat is het geluid van de donder.

www.hln.be

Wat weet jij nu over de Bliksem?

Heb je de lesdoelen behaald?

Ik kan uitleggen hoe bliksem ontstaat

Ik kan twee dingen opnoemen die ik moet doen als het onweert

Ik weet waar Zweden ligt

Ik weet wat schuilen is

Jaa

Nee

Jaa

Jaa

Jaa

Nee

Nee

Nee

Wat vond je van deze les? Beantwoord met een foto.

Extra opdracht

Maak een Poster over het onweer / bliksem in word.

Sla hem op in je mapje: Nederlands op OneDrive.