4H les 2 CONA

WELKOM bij Nederlands
4H - les 3
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

WELKOM bij Nederlands
4H - les 3

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Leesmoment: Eus
  • Huiswerk kort bespreken
  • Herhalen theorie argumenteren
  • Aan de slag met een tekst in Talent (theorie toepassen)

Slide 2 - Diapositive

Eus
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Les 2

Slide 4 - Diapositive

H1.2 - tekst 1, p. 10
Opdracht 1 & 2 - Al besproken
Opdracht 3 
3a
De tekst heeft een vraag-antwoordstructuur. De tekstvorm is een interview en een interview bestaat natuurlijk uit vragen en antwoorden daarop.
3b A.
3c
• Gamen is iets wat je in je eentje met de gordijnen dicht doet.
• Gamers zijn allemaal hetzelfde.

 

 
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 5 - Diapositive


c
• Gamen is iets wat je in je eentje met de gordijnen dicht doet.
• Gamers zijn allemaal hetzelfde.
d
Het trekt de aandacht van de lezers, omdat mensen die een tekst met ‘gamen’ in de titel gaan lezen, dat waarschijnlijk leuk vinden. Zij zullen het prettig vinden als er in de eerste regels zulke misverstanden worden weersproken.
 introduceren, onderwerp aankondigen.
f
De alinea’s sommen uitkomsten van Verheijens onderzoek op.
4a
Je wordt socialer als je samen gamet en elkaar competitieve feedback geeft: je strijdt tegen elkaar, maar geeft elkaar ook feedback.
N.B. Dat samenwerken ook effect had, kon Verheijen in zijn onderzoek niet aantonen. Dat hoort daarom niet bij het antwoord.
b
Mensen die altijd alleen gamen voelen zich steeds eenzamer. Mensen die vaak samen gamen voelen zich juist minder eenzaam.
c
Hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet. (alinea 6)
d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 6 - Diapositive

e
Aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen, deskundige introduceren, onderwerp aankondigen.
3f
De alinea’s sommen uitkomsten van Verheijens onderzoek op.
4a
Je wordt socialer als je samen gamet en elkaar competitieve feedback geeft: je strijdt tegen elkaar, maar geeft elkaar ook feedback.
N.B. Dat samenwerken ook effect had, kon Verheijen in zijn onderzoek niet aantonen. Dat hoort daarom niet bij het antwoord.
4b
Mensen die altijd alleen gamen voelen zich steeds eenzamer. Mensen die vaak samen gamen voelen zich juist minder eenzaam.
4c
Hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet. (alinea 6)

d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 7 - Diapositive

4d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
6b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.

c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.



Slide 8 - Diapositive

c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.

6c

Slide 9 - Diapositive

Argumenteren

Nog even over de theorie.

Slide 10 - Diapositive

Argumenteren
  • Standpunt: stelling/mening
  • Argumenten: ondersteunende uitspraken bij een standpunt, feitelijk en waarderend
  • Tegenargument: weerlegging van het standpunt 
  • Weerlegging: gaat in op een ingebracht argument
  • Argumentatie: standpunt +  geheel aan argumenten

Slide 11 - Diapositive

Argumenteren
  • Argumentatieschema: geeft aard vh verband aan tussen standpunt en argument, zoals 'voor- en nadelen'.
  • Argumentatiestructuur: geeft aan hoe argumenten met elkaar en het standpunt samenhangen.  

Slide 12 - Diapositive

Drogredenen
  • Onjuist argument
  • Als je drogredenen snel herkent, kun je kritisch zijn op je eigen en andermans redenering.



Zie Vakboek H.10, p.124-134.

Slide 13 - Diapositive

Talent Tekst 2

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht 8 t/m 12 (blz. 15 en 16)

Slide 15 - Diapositive