Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Maten en hoeveelheden les 1
Rekenen
Meten en meetkunde
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Rekenen
Meten en meetkunde
Slide 1 - Diapositive
Toets
Moeilijk?
Slide 2 - Diapositive
Rekenen in 4 domeinen
Getallen: behandeld
Verhoudingen: behandeld
Meten en meetkunde: periode 3
Verbanden: periode 4
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt met maten en hoeveelheden:
Je kent de maateenheden
Je kan de verschillende stappen benoemen
Je kan maateenheden omrekenen
Slide 4 - Diapositive
Noteer zo veel mogelijk maten die je kent
Slide 5 - Carte mentale
lengte
gewicht
inhoud
gram
liter
meter
Slide 6 - Question de remorquage
De lengte geeft aan hoe lang iets is. De basiseenheid van lengte is meter.
Kilometer (km)
Hectometer (hm)
Decameter (dam)
Meter (m)
Decimeter (dm)
Centimeter (cm)
Millimeter (mm)
Slide 7 - Diapositive
Het gewicht geeft aan hoe zwaar iets is. De basiseenheid van gewicht is gram.
Ton (t)
Kilogram (kg)
Hectogram (hg)
Gram (g)
Milligram (mg)
Let op: 1 ton = 1.000 kg
Slide 8 - Diapositive
De inhoud geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt of hoeveel erin past. Basiseenheid is liter.
Liter (l)
Deciliter (dl)
Centiliter (cl)
Milliliter (ml)
Slide 9 - Diapositive
De hoogte van een boekenkast is ongeveer
A
1.800 cm
B
180 cm
C
1,80 meter
D
18.000 mm
Slide 10 - Quiz
Het gewicht van een olifant is ongeveer:
A
4 ton
B
400 hg
C
400.000 kg
D
4.000 kg
Slide 11 - Quiz
De inhoud van een flesje nagellak is:
A
50 l
B
50 cl
C
50 ml
D
50 dl
Slide 12 - Quiz
Omrekenen van lengte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Omrekenen van gewicht
Slide 15 - Diapositive
Omrekenen van inhoud.
Slide 16 - Diapositive
Let op!
Laat bij elke vraag een berekening zien én het antwoord.
Vul bij duizendtallen géén punt in. (niet 1.000 maar 1000)
Slide 17 - Diapositive
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
4,3 l + 900 ml = l
Slide 18 - Question ouverte
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
5,2 kg + 340 g = g
Slide 19 - Question ouverte
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
680.000 mg − 400 g = kg
Slide 20 - Question ouverte
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
23 cl + 0,26 l = ml
Slide 21 - Question ouverte
Mark wil 1,2 kg sushirijst koken.
Laat met een berekening zien hoeveel liter water hij nodig heeft.
Slide 22 - Question ouverte
Zelf aan de slag
Aan de slag in met:
Domein:
Meten en meetkunde
onderdelen:
Hoofdstuk 8
Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Maten en hoeveelheden - 1
Septembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Maten en hoeveelheden - 1
Février 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Maten en hoeveelheden les 1
Juillet 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
toetsles inhoud en gewicht-opleidingsfase
Septembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
Domein 3: Rekenen met lengte, gewicht en inhoud
Août 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein 3: Rekenen met lengte, gewicht en inhoud
Janvier 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Herhaling hoofdstuk 7
Février 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
H12 - INHOUD - les 2
Mars 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2