BASISSTOF 4 BEVRUCHTING EN ZWANGERSCHAP

Lesplanning
Inloggen bij LessonUp en aanwezigheidsregistratie (5 minuten)
Presentatie leerstof basisstof 4 (15 minuten)

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning
Inloggen bij LessonUp en aanwezigheidsregistratie (5 minuten)
Presentatie leerstof basisstof 4 (15 minuten)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BASISSTOF 4 BEVRUCHTING EN ZWANGERSCHAP
BEVRUCHTING
ZWANGER
PLACENTA
NAVELSTRENG EN VRUCHTWATER
FOETUS
TWEELINGEN

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BEVRUCHTING
  • Een zaadcel kan ongeveer 3 dagen in leven blijven. Een eicel ongeveer 12 tot 24 uur vanaf ovulatie.

  • Als de kop van een zaadcel de eicel binnendringt wordt het celmembraan van de eicel ondoordringbaar voor andere zaadcellen. 

  • Wanneer de kernen van beide geslachtscellen met daarin de erfelijke informatie samensmelten spreken we  van een bevruchting.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZWANGER
  • Gele lichaam blijft in stand en oestrogeen afscheiden. Baarmoederslijmvlies blijft daardoor in stand.

  • Bevruchte eicel begint zich in de eileider direct te delen zonder plasmagroei (4 tot 5 dagen tot de baarmoeder onderweg)

  • Klompje kleine cellen nestelt zich in het verdikte baarmoederslijmvlies.  Vanaf innesteling afgifte hormoon hCG door embryo. Na 1 week hCG meetbaar in urine van moeder (zwangerschapstest mogelijk).

  • Dan begint het proces van mitose en de ontwikkeling van het embryo (eerste acht weken). Nu wel plasmagroei van dochtercellen.

Slide 4 - Diapositive

Humaan Chorion Gonado Trofine
Alle hormonen die de groei en de werking van de gonaden (testikels (of teelballen) bij de man en ovaria (of eierstokken) bij de vrouw) stimuleren. Gonadotrofines worden uitgescheiden door de hypofyse (of het hersenaanhangsel).
Humaan Chorion Gonadotrofine (HCG) is een lichaamseigen hormoon. Bij vrouwen stimuleert HCG de eisprong en zorgt het dat een bevruchte eicel zich kan nestelen in de baarmoeder. Bij mannen stimuleert het de rijping van zaadcellen en de ontwikkeling van de geslachtsorganen.
PLACENTA
  • In baarmoederslijmvlies holten gevuld met bloed van de moeder. Er groeien uitstulpingen van het weefsel van de embryo. Uitwisseling van voedingsstoffen en zuurstof via uitstulpingen maakt de eerste groei en ontwikkeling mogelijk.

  • Gaandeweg begint de placenta (moederkoek) zich te ontwikkelen bestaande uit weefsel van de moeder en embryo. Bloed van moeder en embryo stromen vlak langs elkaar heen om stofwisseling mogelijk te maken. 

  • Let op! het bloed van de moeder en embryo blijven gescheiden. Alleen opgeloste stoffen in het bloedplasma worden uitgewisseld (zoals ook alcohol of ziekteverwekkers), maar geen rode bloedcellen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NAVELSTRENG EN VRUCHTWATER
  • Embryo is via navelstreng verbonden met placenta.

  • Drie bloedvaten in navelstreng: 2 navelstrengslagaders (zuurstofarm bloed)  en 1 navelstrengader (zuurstofrijk bloed)

  • Embryo ligt in vruchtwater met twee vruchtvliezen. Zorgen voor een stabiel intern milieu.

  • Functie vruchtwater: uitdroging - stoten - constante temperatuur - beweging

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

FOETUS
  • Vanaf 12de week wordt het niet meer een embryo genoemd, maar een foetus.

  • Alle belangrijke organen zijn gevormd.
 
  • De meeste mensen houden de zwangerschap stil tot deze eerste kwetsbare periode voorbij is.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TWEELINGEN
Eeneiige tweelingen: klompje cellen laten  los tijdens de eerste celdelingen. Slechts één eicel en één zaadcel betrokken. 

Twee-eiige tweeling: twee eicellen en twee zaadcellen betrokken. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer in agenda
Huiswerk basisstof 4 
Maken opdrachten 1 t/m 7 vanaf bladzijde 104
Samenvatting staat in Classroom 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de placenta?
A
bevestiging van het embryo in de baarmoeder
B
bescherming van het embryo
C
uitwisseling van voedingsstoffen en zuurstof tussen moeder en embryo
D
productie van hormonen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij een bevruchting?
A
de zaadcel dringt de eicel binnen
B
de eicel begint zich te delen
C
het embryo nestelt zich in het baarmoederslijmvlies
D
de kernen van beide geslachtscellen smelten samen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er als de kop van een zaadcel de eicel binnendringt?
A
de eicel wordt vernietigd
B
het celmembraan van de eicel wordt ondoordringbaar voor andere zaadcellen
C
de eicel wordt onvruchtbaar
D
andere zaadcellen kunnen ook de eicel binnendringen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ontmoeten zaadcel en eicel elkaar?
A
in de eileider
B
in de vagina
C
in de baarmoeder
D
in de eierstok

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang kan een zaadcel in leven blijven?
A
12 uur
B
1 week
C
1 dag
D
3 dagen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem minstens drie secundaire geslachtskenmerken van een vrouw.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel wordt aangegeven met het cijfer 5?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem minstens drie overeenkomsten van secundaire geslachtskenmerken van een man en vrouw.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel wordt aangegeven met het cijfer 3?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt bedoeld met 'de overgang' van een vrouw; en wat is de oorzaak?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem drie verschillen in de bouw en functie tussen de eicel en zaadcel.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband tussen lichaamstemperatuur en vruchtbaarheid laat afbeelding 3 zien? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk onderdeel van de vrouwelijke geslachtsorganen vindt de bevruchting plaats?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat bij een eeneiige tweeling hetzelfde geslacht van toepassing is bij beide embryo's?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem minstens drie secundaire geslachtskenmerken van een man.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions