C2 unidad 8 herhaling grammatica (repaso gramática)

Unidad 8 herhaling grammatica
Persoonlijke voornaamwoorden van het lijdend voorwerp (LV) en het meewerkend voorwerp (MV).

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unidad 8 herhaling grammatica
Persoonlijke voornaamwoorden van het lijdend voorwerp (LV) en het meewerkend voorwerp (MV).

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden LV en MV
LV
MV
me
me
te
te
lo / la
le
nos
nos
os
os
los / las
les

Slide 2 - Diapositive

LV of MV?
Om te achterhalen of het om een LV om MV gaat stel je de volgende vragen:
LV - wie of wat?
MV - aan wie voor wie?
We gebruiken het persoonlijk voornaamwoord van het LV en MV om niet steeds dat hele zinsdeel te hoeven herhalen.
De plaats van het pers. vnw LV en MV is voor het vervoegde ww!

Slide 3 - Diapositive

Voorbeelden:
¿Has comprado el regalo? - wat heb je gekocht? LV = el regalo
El regalo = mannelijke enkelvoud - pers. vnw. LV = lo
Antwoord op de vraag ¿Has comprado el regalo? Sí, lo he comprado.
Of ter vervanging in de vraag als je al weet dat het om el regalo gaat: ¿Lo has comprado?

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden:
¿Has comprado el regalo para Juan? - voor wie heb je iets gekocht? MV = Juan
Juan = 3de persoon enkelvoud (él) - pers. vnw. MV = le
1. ¿Has comprado el regalo para Juan? Sí, le he comprado el regalo.
2. ¿Le has comprado el regalo?

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden:
¿Has comprado el regalo para Juan? - Sí, se lo he comprado
In deze zin staat zowel een LV (el regalo = lo) en een MV (Juan = le). 
Je kunt ook beide vervangen door het pers. vnw.!
In dat geval:
1. Staat het MV vóór het LV. 
2. Als het MV le of les is + LV dan verandert le/les in se
Sí, se lo he comprado (als antwoord)
¿Se lo has comprado? (als vraag)

Slide 6 - Diapositive

Oefenen
1. Geef het juiste persoonlijk voornaamwoord van LV of MV of beide. 
2. Zet het pers. vnw. op de juiste plek in de zin.
3. Indien zowel LV en MV vervangen worden dan in de juiste volgorde zetten en eventueel het MV aanpassen naar se.

Slide 7 - Diapositive

Elena hace la comida (a nosotros) -
vervang alleen het MV door een pers.vnw

Slide 8 - Question ouverte

Elena hace la comida (a nosotros) -
vervang nu zowel LV als MV

Slide 9 - Question ouverte

¿Les has llevado la comida? -
geef antwoord en vervang het LV door pers. vnw.

Slide 10 - Question ouverte

María ha explicado el ejercicio (a mí) -
vervang het MV

Slide 11 - Question ouverte

María ha explicado el ejercicio (a mí) -
vervang het LV en MV

Slide 12 - Question ouverte

¿Quién os ha dicho eso? -
geef antwoord en vervang het LV

Slide 13 - Question ouverte

¿Te han dado la llave? - geef antwoord en vervang het LV

Slide 14 - Question ouverte

A mis abuelos ... he comprado unos libros -
vervang het LV en MV

Slide 15 - Question ouverte

Carlos ha contado esa historia a ella.
Vervang het LV

Slide 16 - Question ouverte

Carlos ha contado esa historia a ella.
Vervang het MV

Slide 17 - Question ouverte

Carlos ha contado esa historia a ella.
Vervang het LV en MV

Slide 18 - Question ouverte

Me gusta ese vestido.
¿Dónde ... has comprado?

Slide 19 - Question ouverte

¿Ya has explicado esa situación a tus padres?
Sí, ... ... he explicado

Slide 20 - Question ouverte

¿Compraste los libros para nosotros?
Sí, ... .... compré ayer.

Slide 21 - Question ouverte

¿Te gusto?
Sí, .... ....

Slide 22 - Question ouverte