Ein/eine & kein/keine


lich Willkommen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon


lich Willkommen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Doelen


- Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.

-Ik weet wanneer ik der/die/das gebruik.

-Ik weet wanneer ik ein/eine & kein/keine gebruik.

- Ik weet wanneer ik mein/meine & gebruik.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

der die of das?

Slide 6 - Diapositive

Freundin
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

Vater
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

herhaling: der, die, das und die

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

ein/eine of kein/keine?

Slide 13 - Diapositive

Vincent ist ein / eine Kind.
A
ein
B
eine

Slide 14 - Quiz

Jan und Max sind kein / keine Freunde.
A
kein
B
keine

Slide 15 - Quiz

Pilot
A
ein
B
C
eine

Slide 16 - Quiz

Giraffe
A
der / ein
B
das / ein
C
die / eine

Slide 17 - Quiz

..... Sängerin ist berühmt.
A
Ein (m)
B
Ein (o)
C
Eine (v)
D
-

Slide 18 - Quiz

Mein Vater hat ... Haus gebaut.
A
ein (o)
B
ein (m)
C
eine
D
-

Slide 19 - Quiz

Julia ist ... Freundin von Petra.
A
keine (ev)
B
ein (o)
C
ein (m)
D
keine (mv)

Slide 20 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Diapositive

Habt ihr _________ Mann (m) gesehen?
Die Polizei sucht _________ Frau (v).
Im wasser schwimmt _________ Kind (o).
_________ Eltern (mv) sind sehr streng.
_________ Hund (m) isst das Futter
ein
ein
eine
eine
ein

Slide 22 - Question de remorquage

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 23 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Was ist sein Name ?
A
Was
B
ist
C
sein
D
Name

Slide 24 - Quiz

links:
sleep het  bezittelijk voornaam-
woord
naar de 
juiste vertaling

Rechts:
Sleep de juiste uitgang naar het zelfstandig- naamwoord
mijn
haar
onze
jouw
Läden (mv)
Verkäuferin (v)
Kunde (m)

ihr

mein

dein

unser

eine

ein


Keine

Slide 25 - Question de remorquage

Bezittelijk voornaamwoord
Kies het juiste antwoord.
onze ... Lehrerin
A
unser
B
unsere

Slide 26 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
mijn ... Vater
A
mein
B
meine

Slide 27 - Quiz

Dies ist (mijn)…...Buch (o)


A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein

Slide 28 - Quiz