Geld - leerdoel 6 / unit 1

Hoe schrijven we een geldbedrag?





hoe noteren we een geldbedrag

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoe schrijven we een geldbedrag?





hoe noteren we een geldbedrag

Slide 1 - Diapositive

Euroteken

Het euroteken is een symbool dat aangeeft dat we te maken hebben met euro's. Bijna in heel Europa kunnen we betalen met de euro. Dit is ons betaalmiddel. Vroeger was dat niet zo.

Toen had ieder land in Europa z'n eigen muntsoort. In Nederland betaalden de mensen met de gulden.

Vanaf 2002 bestaat de euro en kunnen we dus in bijna heel Europa hiermee betalen. Zo hoeven we geen geld te wisselen als we naar een ander land in Europa gaan.




Slide 2 - Diapositive

het euroteken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hoe schrijven we een geldbedrag?

                                     In elk bedrag staat:


                                        1.  het euroteken

                                        2. een komma


                                                € 5,25

                                              € 17,20

Slide 5 - Diapositive

Hoe schrijf je hele euro's

in een geldbedrag?


€ 5,-

€ 5,00

Slide 6 - Diapositive

€ 25, 85

Wat betekent dit?


25 euro

en    85 eurocenten

dus ...........

voor de komma staan de hele euro's

achter de komma staan de eurocenten

Slide 7 - Diapositive

€ 5,45
wat betekent dit bedrag
welke antwoord is goed
A
4 euro
B
45 eurocent
C
45 euro
D
5 eurocenten

Slide 8 - Quiz

€ 745, 62

wat is de 6 waard in dit geldbedrag?
A
6 eurocent
B
6 euro
C
60 euro
D
60 eurocent

Slide 9 - Quiz

€ 37,12

wat is de 3 waard in dit bedrag?
A
3 eurocent
B
3 euro
C
30 euro
D
30 eurocent

Slide 10 - Quiz

Welk geldbedrag
ligt hier?

Slide 11 - Question ouverte


en hier?

Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte

Wat staat er dus altijd
in een geldbedrag?

Slide 16 - Question ouverte

Wat weet je nu
over 't schrijven van een geldbedrag?

Slide 17 - Question ouverte

en nu zelf aan de slag .......

Slide 18 - Diapositive