4.6 Het rijk van de karolingen valt uiteen

4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen

Slide 1 - Diapositive

De islam is....
A
Monotheistisch
B
Polytheistisch

Slide 2 - Quiz

De islam is een van de drie belangrijkste wereldgodsdiensten.
Wie was de belangrijkste profeet van de islam?
A
Jezus
B
Mohammed
C
Christus
D
Kalief

Slide 3 - Quiz


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 4 - Quiz

Wie speelde een grote rol in het verdrijven van de moslims uit Europa?
A
Clovis
B
Karel Martel
C
Pepijn III
D
Karel de Grote

Slide 5 - Quiz

De vroege middeleeuwen zijn van ...
A
500 tot 1500 n.Chr.
B
500 tot 1000 n.Chr.
C
1000 tot 1500 n.Chr.
D
500 v.Chr. tot 500 n. Chr

Slide 6 - Quiz

Wat hoort NIET bij de vroege middeleeuwen?
A
Het leenstelsel
B
Het domeinstelsel
C
Steden
D
Het Christendom

Slide 7 - Quiz

4.6 Het rijk van de karolingen valt uiteen.

Slide 8 - Diapositive

Deelvraag
Je kunt uitleggen hoe de macht van het Frankische Rijk uiteenviel.


Slide 9 - Diapositive

Waardoor verbrokkelde de macht na de dood van Karel de Grote?
1. Het Karolingische Rijk werd opgesplitst.

2. De nieuwe (zwakkere) koningen konden weinig doen tegen de invallen van de Noormannen.

3. De edelen hadden weinig ontzag meer voor de nieuwe koningen.

4. Roofridders (lagere edelen) wilden macht en trokken zich niets aan van de koningen/leenheren

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

De dood van Karel de Grote (814)




  • Zijn opvolger is Lodewijk de Vrome (814-840).
  • Ruzie onder zijn zoons toen Lodewijk de Vrome nog leefde
  • Na de dood van Lodewijk de Vrome valt het rijk uiteen.



Slide 12 - Diapositive

Verdrag van Verdun (843)

Het Frankische Rijk wordt opgesplitst en verdeeld over de drie zonen van Lodewijk de Vrome.

-West-Frankische Rijk (Karel de Kale)
- Middenrijk (Lotharius I)
- Oost-Frankische Rijk (Lodewijk de Duitser)

Slide 13 - Diapositive

Onrustige tijden

Slide 14 - Diapositive


Veranderingen na 
Karel de Grote
  • Koningen werden gekozen door de edelen, waren meer gelijk: minder ontzag voor de koning
  • Een koning wist niet zo goed wat er gebeurde in zijn gebied
  • Hertogen en graven konden hun eigen gang gaan en zagen het leengebied als hun eigen grond.

Slide 15 - Diapositive

Roofridders
Dit waren ridders die zich niet meer aansloten bij het leger van de koning. 

De uitvalsbasis voor de ridders was het kasteel.

Slide 16 - Diapositive

Roofheren en roofridders
  • Lage heren trokken meer macht naar zich toe en voerden veel oorlogen om land en om buit.   
  • Veel vernielingen op de domeinen. 
  • Een kasteel bood een schuilplaats voor de boeren. 


Slide 17 - Diapositive

Problemen van buiten
Er waren ook nog andere problemen: 

De aanvallen van volken zoals de Noormannen vanuit het noorden en de moslims uit het zuiden

Slide 18 - Diapositive

Nieuwe invallers
  • Rond het jaar 800 vertrekken de Noormannen (of Vikingen) vanuit Scandinavie.

  • De Vikingen hebben erg goede schepen.

  • Ze gebruikten hun schepen om handel te drijven, maar ook om op rooftocht te gaan.

Slide 19 - Diapositive

Vanuit Denmarken, Noorwegen en Zweden (Scandinavie) reisden de Noormannen heel de wereld over om te handelen en te plunderen.
De Noormannen ontdekten veel nieuwe plekken en vaak gingen groepen op zulke ontdekte plekken wonen. Ze stichtten daar nieuwe nederzettingen. De Vikingen waren zelfs eerder in Amerika dan Columbus!

Slide 20 - Diapositive

kijkvragen video
Waar geloofden de Vikingen in?
Waarom gingen de Vikingen op reis?
Waarom eindigden de y(roof)tochten?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Viking aanvallen in Nederland


Dorestad

Wijk bij Duurstede

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Waarom gingen de Vikingen naar Europa?
  1. Bevolkingsgroei: onvoldoende landbouwgrond = op zoek naar een nieuwe land!
  2. alleen oudste zonen erven
  3. Geloof: alléén dappere mensen zouden naar de Walhalla (hemel) gaan.

Slide 25 - Diapositive

later...
  • grote gebieden veroverd en vestigen zich.
  • rond jaar 1000 bekering christendom, gevolg einde rooftochten

Slide 26 - Diapositive

Nu doen
  1. Leerstof voor de repetitie bekijken
  2. Nakijken al het huiswerk in Learnbeat

  • huiswerk: Zoek uit welke kenmerkende aspecten bij welke paragraaf horen: schrijf dat in je schrift.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Na de dood van Karel de Grote viel het Frankische rijk langzaam uiteen.
Wat is geen oorzaak voor de val van het rijk?
A
leenstelsel werd te ingewikkeld
B
Invallen van de Noormannen
C
het centrale gezag verzwakte
D
Het volk kwam in opstand

Slide 30 - Quiz

Ridders
Vikingen

Slide 31 - Question de remorquage

Wie woonde waar in Europa?
Franken
Arabieren
Vikingen

Slide 32 - Question de remorquage

Welke Nederlandse stad werd vaak aangevallen door de Vikingen?
A
Noviomagus (Nijmegen)
B
Domstad (Utrecht)
C
Dorestad (Wijk bij Duurstede).

Slide 33 - Quiz

Nederland heeft met de Vikingen gehandeld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

het romeinse rijk valt
karel de grote wordt keizer
de vikingen komen plunderen

Slide 35 - Question de remorquage

begin van de islam
Willibrord begint met de verspreiding van het christendom
invallen van de Vikingen
Karel wordt tot keizer gekroond

Slide 36 - Question de remorquage

begin invallen 
Vikingen
begin islam
Karel wordt
koning
622
800
768

Slide 37 - Question de remorquage

Slide 38 - Lien

Slide 39 - Vidéo

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 40 - Quiz