Beknopte bijzin

Leg je leesboek en chromebook op tafel
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leg je leesboek en chromebook op tafel

Slide 1 - Diapositive

Klassenregels

Je hebt je spullen op orde. 

Als de docent aan het woord is, ben je stil, luister je en ben je niet met andere dingen bezig.

Tijdens het zelfstandig werk/ samenwerken ben je actief bezig met de opdracht.


Slide 2 - Diapositive


(niet lezen? aantekening in Magister- mv)
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Mededeling
Samenvatting van alle stof staat in Classroom!

Slide 5 - Diapositive

Wat moet je leren voor de toets?
-Formuleerfouten
-Combinaties van werkwoorden en voorzetsels (verliefd zijn OP)
-Uitdrukkingen (kommer en kwel) + categorieën ervan (bv. Alliteratie)
-Vergelijkingen (zo oud als Methusalem) + benoemen object en beeld
-Stijlfiguren (bv.: litotes, hyperbool)
-Werkwoordspelling

Slide 6 - Diapositive

Leerdoel
Je kan een foutief beknopte bijzin herkennen en verbeteren.

Slide 7 - Diapositive

Deze les
Uitleg:
Beknopte bijzin
Zelf oefenen
Afsluiting

Slide 8 - Diapositive

Uitleg

Slide 9 - Diapositive


Wat is de beknopte bijzin?
A
Joris koos
B
na lang te hebben getwijfeld
C
uiteindelijk toch voor een CM-profiel

Slide 10 - Quiz

Kies het beste antwoord:
In een beknopte bijzin staat:
A
geen onderwerp
B
een verkeerd onderwerp
C
geen onderwerp, geen persoonsvorm
D
een verkeerde persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gesport te hebben, bleek de douche bezet.
A
Foutief
B
Goed

Slide 12 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 13 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 14 - Quiz

Formuleer een zin met een correcte beknopte bijzin.

Slide 15 - Question ouverte

Maken
H5
Paragraaf 1
Opdr. 18 + 19

Classroom: Taalvaardigheid oefenen op papier
p. 14-16
Opdr. 1,2,4 + nakijken

Klaar? Verder met planner / Samenvatting op Classroom bestuderen



Slide 16 - Diapositive

Leg uit wanneer een beknopte bijzin foutief is.

Slide 17 - Question ouverte

Leg uit wanneer een beknopte bijzin foutief is.

Een beknopte bijzin is foutief wanneer het verzwegen onderwerp niet overeen komt met het onderwerp uit de hoofdzin. 

Bijv.: Thuisgekomen van werk, liep de kat naar hem toe.

Slide 18 - Diapositive

Volgende les
Foutieve inversie
Maak de opdrachten uit de planner
Lees alvast de samenvatting door

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive