V2 Klimaat en natuurgeweld in de VS

Klimaat en natuurgeweld in de VS (paragraaf 2)
Terugblikken op paragraaf 1

Lesdoelen
- Je kunt de verschillende klimaten in de VS verklaren
- Je kunt beschrijven hoe de wind waait bij een hogedrukgebied en lagedrukgebied
- je kunt het ontstaan van tornado's en orkanen beschrijven
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klimaat en natuurgeweld in de VS (paragraaf 2)
Terugblikken op paragraaf 1

Lesdoelen
- Je kunt de verschillende klimaten in de VS verklaren
- Je kunt beschrijven hoe de wind waait bij een hogedrukgebied en lagedrukgebied
- je kunt het ontstaan van tornado's en orkanen beschrijven

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat voor klimaat hoort bij dit landschap?
A
BW
B
BS
C
Cs
D
Af

Slide 4 - Quiz

Welk klimaat hoort bij dit landschap?
A
Woestijnklimaat
B
Tropisch regenwoudklimaat
C
Savanneklimaat
D
Landklimaat

Slide 5 - Quiz

Op reis van New York naar San Francisco zie je grote verschillen in......
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
Boven land kan de lucht erg ........ maar ook erg ......... worden.
Reliëf 
Loefzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw
Landschapszone langs de 40e breedtegraad
Warm en koud
Landschapszone langs de 40e breedtegraad

Slide 6 - Question de remorquage

7.2 Klimaat en Natuurgeweld in de V.S.

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Luchtsoorten boven Amerika

Slide 10 - Diapositive

Hoge en lage druk
Hogedrukgebied: een gebied met een teveel aan lucht. Dit komt door dalende lucht. --> onbewolkt, zonnig weer.

Lagedrukgebied: een gebied met een tekort aan lucht. Dit komt  door opstijgende lucht. --> bewolkt en regenachtig weer.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Algemene regels:
- lage druk wordt veroorzaakt door stijgende lucht.
- stijgende lucht koelt af naarmate deze hoger komt.
- koude lucht kan minder waterdamp vasthouden en er treedt condensatie op.

-hoge druk wordt veroorzaakt door dalende lucht.
-dalende lucht is koud en zwaar, maar warmt langzaam op.
- Warme lucht kan meer waterdamp vasthouden, dus blijft het droog.-

Slide 13 - Diapositive

Wet van Buys Ballot

1. Lucht stroomt altijd van plekken met hoge druk naar plekken met lage druk -> stromende lucht = wind


2. Door de draaiing van de aarde gaat de lucht ook draaien

Slide 14 - Diapositive

Nog een paar regels
- Lucht stroomt van H naar L, dus weg van het hogedrukgebied. Op het Noordelijk Halfrond gaat de wind met de wijzers van de klok mee om een Hogedrukgebied.
- Om een lagedrukgebied draait de wind juist tegen de klok in op het Noordelijk Halfrond.

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Natuurgeweld
lagedrukgebied/depressie -> extreme weersituaties

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo

Orkaan
  • warm zeewater, >27 graden
  • verdamping, opstijging, depressie
  • depressie groeit uit tot tropische storm of orkaan
  • sneller dan 118 km/u = orkaan
  • oog= windstil
  • boven land neemt kracht af

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Waarom komen er tornado's voor?
A
Aanlandige natte lucht botst tegen aflandige droge lucht
B
koude lucht uit noorden botst tegen warme lucht uit zuiden
C
koude lucht uit zuiden botst tegen warme lucht uit noorden
D
Aanlandige droge lucht botst tegen aflandige natte lucht

Slide 29 - Quiz

Waarom komen er orkanen voor?
A
Het zeewater warmt op, luchtstroom richting VS
B
Het zeewater koelt af, luchtstroom richting VS
C
Grond warmt op, luchtstroom richting zee
D
Grond koelt af, luchtstroom richting zee

Slide 30 - Quiz

Noteer 2 dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Question ouverte

Noteer hier 1 ding wat je niet helemaal begrepen hebt of wat je lastig vond

Slide 32 - Question ouverte