7.1 Afkortingen

Schrijf als afkorting:
met ingang van
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Schrijf als afkorting:
met ingang van

Slide 1 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
Nederlandse Spoorwegen

Slide 2 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
jongstleden

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
pagina

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
in plaats van

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
compact disc

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
deciliter

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
kilometer

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
Algemeen Nederlands Persbureau

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
doctorandus

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
Europese Unie

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
enzovoort

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
onder andere

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
zie ommezijde

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
aanstaande

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
alstublieft

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf als afkorting:
personal computer

Slide 17 - Question ouverte