2023_week41_1mh_Personalpronomen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Boek open op blz. 8!

Du hast 3 min für:

Je hebt 3 min om: 

• jas uit
• laptop gesloten op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Wörter Lektion 1 abfragen

• ook
• groot
• de kat
• belangrijk
• mooi
• leven
• groot
• het enig kind

• auch
• groß
• die Katze
• wichtig
• schön
• leben
• groß
• das Einzelkind 

Was machen wir heute?

• Wörter Lektion 1 abfragen
• Hausaufgaben besprechen
• Video Kurzbesuch in Hamburg
• Erklärung Personalpronomen 
• An die Arbeit
• Einloggen Na klar
• Video Typisch Einzelkind
• Abschluss/ Hausaufgaben

Lernziel

•  aan het einde van de les kan je tenminste 3 persoonlijke voornaamwoorden in het Duits benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.
• ben je ingelogd bij Na klar

Video Kurzbesuch in Hamburg

Aufgabe 5 +6 auf Seite 11

Personalpronomen in Heft

• ik
• jij
• hij/zij/het
• 
  
• wij
• jullie
• zij/ u 

• ich
• du
• er/sie/es
• 
  
• wir
• ihr
• sie/Sie

An der Arbeit

• Maken: Opdracht 10 + 11, bladzijde 12-13

• Met de mond dicht

• Klaar? Schrijf de woordjes van Lektion 2, blz. 43 herhaaldelijk op

Van NL-DU en DU-NL (Let op de hoofdletters!)

Inloggen in het digitale leerboek

• We gaan via SOM
• Klik bovenin de werkbalk op digitale leermiddelen
• Klik dan op Na Klar
• De klassencode is: 447602

Video Typisch Einzelkind

Aufgabe 8, Seite 11

We lezen eerst de uitspraken

Hausaufgaben

• Leren: Schrijf de woordjes van Lektion 3 op bladzijde 43 herhaaldelijk op.

Van Duits-Nederlands en Nederlands-Duits

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss :)

Termine 1mh3

1. Respect voor elkaar (naar elkaar luisteren en stil zijn als iemand anders praat) lief voor elkaar zijn

2. Op je plek blijven zitten. Als je wil lopen toestemming vragen.

3. Afwisselen samenwerken (fluisteren) en zelfstandig werken (stil)

4. Lessen in spelvorm

5. Stil op de momenten dat het stil moet zijn.

6. Korte duidelijke uitleg en vragen of iedereen het begrijpt

7. Pakken in als de docent dit aangeeft

8. Vinger opsteken als je iets wilt vragen