Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Kap.10: Herhaling Naamvallen
Naamvallen
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Naamvallen
Slide 1 - Diapositive
1e naamval
4e naamval
3e naamval
meewerkend voorwerp
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 2 - Question de remorquage
der-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV.
1e
Der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
+-n
4e
den
die
das
die
der-gruppe: dies-, jed-, welch-,.....
Slide 3 - Diapositive
ein-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV.
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen
+-n
4e
einen
eine
ein
keine
ein-Gruppe: mein-, dein-, sein-,......
Slide 4 - Diapositive
De voorzetsels met de 3e en 4e naamval
3e:
mit nach bei seit von zu aus außer entgegen gegenüber
4e:
ohne um für bis gegen durch entlang
Slide 5 - Diapositive
Staat er een
voorzetsel
in?
JA
-> 3e of 4e naamval
NEE
->
Heb ik te maken met onderwerp, meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp ?
Is het zelfstandig naamwoord mannelijk (m), vrouwelijk (v), onzijdig (o) of meervoud (mv)?
Slide 6 - Diapositive
Ontleden en invullen
Mijn zus geeft mijn moeder een cadeau.
- Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein.... Geschenk (o).
Ik ga op vakantie met mijn vrienden.
- Ich fahre
mit
mein.... Freunde.... (mv) in Urlaub.
Slide 7 - Diapositive
Ich habe ein.... Auto (o) gestohlen
A
ein
B
einen
C
einem
D
eine
Slide 8 - Quiz
Ich gab mein... Schwester ein Buch.
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meinen
Slide 9 - Quiz
Mit dies... Kinder... (mv) spielt mein... Bruder.
A
diesem Kinder meinen
B
diesen Kindern mein
C
diesem Kindern mein
D
diesen Kindern meinen
Slide 10 - Quiz
Ich sehe d... Mann.
A
dem
B
der
C
den
Slide 11 - Quiz
Ich gebe mein... Mutter ein... Kuss (m).
A
meine, einen
B
meiner, einen
C
meiner, einem
D
meine, einem
Slide 12 - Quiz
Sie schenkt ihr... Schwester Blumen
A
ihrer
B
ihre
C
ihrem
D
ihren
Slide 13 - Quiz
D... Kind lacht.
A
das
B
den
C
dem
D
der
Slide 14 - Quiz
D... Mann liest d... Buch.
A
der, dem
B
den, das
C
der, den
D
der, das
Slide 15 - Quiz
Er schreibt sein... Freund.
A
seinem
B
seinen
C
seiner
D
sein
Slide 16 - Quiz
Geef aan de hand van de emoji's aan, hoe moeilijk of makkelijk je de grammatica vindt.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
HA2: Kapitel 6: naamvallen 1, 3, 4
Avril 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen
Septembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Naamvallen
Juin 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Naamvallen
Décembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Naamvallen
Mars 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
HA3: Periode D: herhaling naamvallen
Avril 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen
Mai 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Naamvallen
il y a 18 jours
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3