Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woordenlijst periode 3 voor de toets
woordenlijst periode 3 voor de toets
3.2 Moeilijke woorden oefenen
opdracht 7-12
1 / 52
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
52 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
woordenlijst periode 3 voor de toets
3.2 Moeilijke woorden oefenen
opdracht 7-12
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat is het synoniem voor 'voornamelijk'?
A
nogal
B
natuurlijk
C
verschillende
D
vooral
Slide 12 - Quiz
In welke zin is het woord 'tamelijk' goed gebruikt?
A
Bij de productie wordt tamelijk gebruikgemaakt van natuurlijke grondstoffen.
B
Hij is tamelijk vijf jaar werkzaam bij het bedrijf.
C
Voor een maandag is het tamelijk druk in de stad.
D
Ik ga vroeg naar bed vanavond, ik ben tamelijk erg moe.
Slide 13 - Quiz
Welk woord past het beste op de puntjes?
Tijdens het ontbijtbuffet kon je kiezen uit ............. soorten brood, beleg, fruit en sapjes.
A
geleidelijk
B
diverse
C
immers
D
bovendien
Slide 14 - Quiz
Wat is het synoniem voor 'uitsluitend'?
A
alleen maar
B
verschillende
C
toch zeker
D
voornamelijk
Slide 15 - Quiz
Sleepvraag
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Sleep het woord (lichtblauw) naar de betekenis (geel).
Slide 16 - Diapositive
toch zeker
langzaam maar zeker
verschillende
ook
natuurlijk
verscheidene
immers
bovendien
vanzelfsprekend
geleidelijk
Slide 17 - Question de remorquage
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wij ... dat de kinderen het fijn vinden op de kinderopvang, want zij lachen heel veel.
A
veronderstellen
B
aantreffen
C
inhouden
D
trachten
Slide 21 - Quiz
Op een formulier moet je altijd je achternaam ...
A
vermijden
B
veronderstellen
C
inhouden
D
vermelden
Slide 22 - Quiz
Hij wil zich ... van de andere studenten, en daarom draagt hij altijd een net pak.
A
beheersen
B
onderscheiden
C
vermelden
D
voltooien
Slide 23 - Quiz
Op je werk kun je niet snel boos worden.
Je moet je ...
A
vermelden
B
veronderstellen
C
beheersen
D
voltooien
Slide 24 - Quiz
sleepvraag
Op het volgende scherm komt een sleepvraag.
Sleep de woorden naar de situatie die het best past.
Slide 25 - Diapositive
Op stage heb je veel werkzaamheden.
Pas op voor brandwonden. De oven is heet!
Het is spannend om iets nieuws te proberen.
Ik weet nog niet welke werkzaamheden bij een stage op een basisschool horen.
Ik kom de kamer binnen en zie dat de kinderen ruzie maken.
trachten
verrichten
inhouden
vermijden
aantreffen
Slide 26 - Question de remorquage
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
gebeurt
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
MOEILIJKE WOORDEN VAN NU NEDERLANDS 1F-2F
woordenlijst 6
daarentegen - dankzij - desondanks - hoewel -
indien - noch ... noch ... - ondanks - tenzij -
vanwege - zowel ... als
Slide 44 - Diapositive
sleepvraag
Sleep de woorden die een 'tegenstelling' aangeven naar de goede plek.
Slide 45 - Diapositive
Sleep de woorden die een tegenstelling aanduiden naar de goede plek.
tegenstelling
anders
ondanks
vanwege
indien
desondanks
daarentegen
Slide 46 - Question de remorquage
Na het ... van het verzorgen van de cliënt, ging ik mijn collega's helpen.
A
verrichten
B
vermijden
C
voltooien
D
beheersen
Slide 47 - Quiz
Tijdens de opleiding Dienstverlener zorg en welzijn kun je een stage zoeken .... in de kinderopvang ... in de ouderenzorg.
A
noch ... noch ...
B
tenzij ... tenzij ...
C
zowel ... als ...
D
hoewel ... hoewel ...
Slide 48 - Quiz
Wij gaan morgen met de peuters naar de speeltuin, ... het hard regent.
A
tenzij
B
indien
C
hoewel
D
dankzij
Slide 49 - Quiz
De baby was ziek en wilde ... eten ... slapen.
A
noch ... noch ...
B
tenzij ... tenzij ...
C
zowel ... als ...
D
hoewel ... hoewel ...
Slide 50 - Quiz
... mijn stagebegeleider heel streng was, heb ik toch een leuke stage gehad.
A
Indien
B
Vanwege
C
Dankzij
D
Hoewel
Slide 51 - Quiz
Ik heb een prettige tijd op school ... mijn behulpzame klasgenoten.
A
indien
B
dankzij
C
hoewel
D
tenzij
Slide 52 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
woordenschat oefenen P3 woordenlijst 6
Mars 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Woordenschat P3 oefenen woorden lijst 4
Mars 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Woordenschat P3 oefenen woordenlijst 5
Mars 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
woordenlijst 6
Février 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
NUN 1F-2F-A WDS 3.2, wdl 4, opdracht 7-8
Décembre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 6
Novembre 2016
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
m2b 19-2-21 (woordenlijst 3)
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
woordenschattoetsvragen lijst 7 en 8
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives