Grammar 6: modals with negations

Grammar 6: Modals with Negations
Hulpwerkwoorden met een ontkenning.


1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammar 6: Modals with Negations
Hulpwerkwoorden met een ontkenning.


Slide 1 - Diapositive

Today's plan
  • Check homework: Theme 2: 40 / 42
  • Explanation grammar 6 modals & negations
  • Quiz
  • Homework: ex 50 / 51 / 52
  • Preparation test Theme 2, Slim Stampen: Grammar 5a + 5b

Slide 2 - Diapositive

Today's goal
You can use can, could, be able to, must, should and have to in a sentence with a negation.



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Modals
De hulpwerkwoorden die je kent zijn:
can / could = kunnen/zou kunnen
should = moeten
have to/has to = moeten
must = moeten
Hierna volgt altijd het hele werkwoord.

Slide 5 - Diapositive

Can
Gebruik: 
- verzoek indienen
- geven en vragen om toestemming
- praten over mogelijkheden en vaardigheden. 
Hierna volgt het hele ww.

Can you pass the salt? > verzoek
If he's not feeling well, he can take the day off. > toestemming geven
These days, phones can do anything. > mogelijkheid

Slide 6 - Diapositive

Could
Verleden tijd van can. 
Gebruik:
- Kun je gebruiken in een nette/formele vraag.
- Praten over de mogelijkheid van iets dat zal gaan gebeuren in de toekomst.

I could already count when I was to years old. > verleden tijd

Could you repeat that, please? > formele vraag

By the year 2050, our planet could look quite different. > toekomst


Slide 7 - Diapositive

To be able to
Hoe gebruik je het ww?
am/are/is + able to + hele ww

Gebruik:
- praten over de mogelijkheden en vaardigheden 
van een persoon.

Luckily, I was able to help.
I am not able to walk, because my leg is in a cast.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Should/Must
Vertaling must = moeten
Must gebruik als de spreker zelf vindt dat iets moet.
I must visit Rome one day.

Vertaling should = moeten/zou moeten
Gebruik je als advies dat iets zou moeten. 
You should study for your English test.

Slide 10 - Diapositive

Have to/ has to
Vertaling = moeten

Gebruik: als de verplichting dat iets 
gedaan moet worden van iemand anders 
moet dan de spreker, 
bv van een dokter/leraar/ouder/de wet.

I have to take my medicine.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Negations
Negation = ontkenning.
Je voegt het woord 'not' toe, maar hoe je doe je dat met een hulpww?

Hierna een overzicht van alle hulpwerkwoorden in ontkennende zinnen.


Slide 13 - Diapositive

Negations
Can > can't / cannot
Could > couldn't / could not
Must > mustn't / must not
Should > shouldn't / should not

I am able to > I am not able to
She was able to > She wasn't able to
I have to > I do not have to
She has to > She does not have to

Slide 14 - Diapositive

I ....... swim very fast, so I went slower.
A
should
B
have to
C
couldn't
D
must

Slide 15 - Quiz

....... I use the bathroom please?
A
Should
B
Can
C
Must
D
Could

Slide 16 - Quiz

It ....... be forbidden!
A
can
B
should
C
is allowed to
D
could

Slide 17 - Quiz

You ....... (to be able to) do this every day, are you?

Slide 18 - Question ouverte

My brother ...... (to have to - not) follow the rules. (gebruik geen verkorting)

Slide 19 - Question ouverte

Maak de ontkenning:
You ______(should) be alone at this hour. (gebruik geen verkorting)

Slide 20 - Question ouverte

Maak de ontkenning:
I ______ (must) eat this much candy. (gebruik geen verkorting)

Slide 21 - Question ouverte

Maak de ontkenning:
I ______ (to be able to) walk that far.

Slide 22 - Question ouverte

Maak de ontkenning:
He ______ (to have to) go yet.

Slide 23 - Question ouverte

Maak de ontkenning:
He ______ (to be able to) run that fast.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de ontkenning:
They ______ (to have to) clean that up. (gebruik geen verkorting)

Slide 25 - Question ouverte

Leerdoel behaald?
Ik kan een ontkenning vormen met hulpww.
A
Almost
B
I need to practise some more.
C
Yes!

Slide 26 - Quiz

Today's plan

Slide 27 - Diapositive

Slim Stampen
Vergeet niet de studiewijzer te bekijken voor:
- extra uitleg
- meer oefen materiaal
- meer uitdaging

Slide 28 - Diapositive