Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nieuwsbegrip
Vulkaan uitgebarsten op La Palma
Slide 1 - Diapositive
Vulkaan
Slide 2 - Carte mentale
We lezen de tekst samen!
Slide 3 - Diapositive
1. Wat is er aan de hand op La Palma?
Slide 4 - Question ouverte
2. Hoe komt het dat er (nog) geen gewonden zijn gevallen bij de vulkaanuitbarsting?
Slide 5 - Question ouverte
3. Waarom kwam de vulkaanuitbarsting niet als een verrassing?
Slide 6 - Question ouverte
4. Op welke sleutelvraag geeft dit stukje antwoord?
Slide 7 - Question ouverte
5. Wat komt er uit een vulkaan bij een uitbarsting? Noem 4 dingen.
Slide 8 - Question ouverte
6. Om welke twee redenen mogen inwoners niet naar de vulkaan gaan kijken?
Slide 9 - Question ouverte
In regel 3 staat: Het is een enorm spektakel van lava, vuur en rook. Wat is waar?
A
Op de foto bovenaan de tekst zie je het spektakel van lava, vuur en rook.
B
In het stukje Geen verrassing wordt het spektakel beschreven.
C
In het stukje Niet naar buiten wordt het spektakel beschreven.
D
Op de afbeelding onderaan de tekst zie je het spektakel van lava, vuur en rook.
Slide 10 - Quiz
In regel 4-5 staat: Duizenden mensen moeten evacueren. Wat betekent evacueren?
A
mensen die op een bepaalde plek in gevaar zijn naar een veilige plaats brengen
B
mensen die in gevaar zijn tijdens een ramp verzorgen
C
op een veilige plaats naar mensen kijken die in gevaar zijn
D
van een veilige plaats weer naar je eigen huis terugkeren.
Slide 11 - Quiz
In het stukje Dunbevolkt staat een tegenstelling. Dat zie je aan de zin "Maar de lavastromen verplaatsen zich langs de kust.'' Maar is een signaalwoord voor een tegenstelling. Tussen welke twee dingen is hier een tegenstelling?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is magma (r. 21)?
A
Gloeiend hete steen dat uit de vulkaan komt.
B
grote en kleine stukjes steen
C
vloeibaar gas vermengd met as
D
vloeibaar steen in het binnenste van de aarde
Slide 13 - Quiz
Wat kun je afleiden uit het laatste stukje? Kies het BESTE antwoord.