1kader-2.1.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Introductie hoofdstuk 2 + begin cursus 2.1

• Terugkijken vorige les!
• Verschil tussen landen 
• Verschil binnen landen

Doel cursus: Bewust worden van de verschillen in de wereld/ samenleving*. 

Terugkijken op de vorige les

Een mens heeft de .../ .../ .../ ..../ .. & .. behoeften nodig om te overleven.

Zulke behoeften heetten worden .... of ... genoemd. Er zijn landen in de wereld die niet kunnen beschikken over de behoeften, zij leven in .... met andere woorden zij leven in slechte .......... . 

Verschillen tussen landen

• Sommige landen zijn heel rijk (Nederland)   -> welvaart 
• Geld om dure/ overige spullen te kopen -> secundaire behoeften

Verschillen tussen landen

• Hoe weet ik hoe rijk een land is? berekenen van het BBP (bruto binnenlands product)
• Alle inkomsten verdelen over het aantal inwoners -> gemiddeld inkomen 
• Sommige landen volgens bbp heel arm -> hebben hulp nodig -> ontwikkelingslanden

"Elite"

kleine groep

heel rijk (miljonairs)

Fijne omstandigheden

Massa

Grote groep

Gemiddeld/laag inkomen

slechte leefomstandigheden

Ontwikkelingslanden

"Elite"

kleine groep

heel rijk (miljonairs)

Fijne omstandigheden

Massa/ Middenstand

Grote groep

Gemiddeld inkomen

Fijne leefomstandigheden

Nederland

Lage inkomens

laag inkomen (uitkering)

ondersteuning overheid

"degelijke" leefomstandigheden

Inkomen/ bezit

• Inkomen -> wat je verdient voor je verdiensten
• Bezit -> de hoeveelheid van bezit

Budget/ economie

• "Wanneer je meer inkomen of bezit hebt, betekent het dat jouw budget ruimer wordt".
• Budget -> verhouding die iemand heeft tussen inkomsten en uitgaven.
• Economie-> alles wat te maken heeft met economie.

maken opdrachten 2.1

opdracht opdracht 5 t/m 8 (blz. 52/53) <- Huiswerk

klaar? laten zien
Verder werken met opdrachten 2.1

ZS moment: 5 min.

Totaal: 10 min.

Samenvatten:

ontwikkelingslanden -> 

Kan niet zelfstandig voor basisbehoeften zorgen

secundaire behoeften -> kopen van mooie spullen

welvaart -> veel rijkdom hebben -> veel geld overhebben