Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Latijn 2
Salvete cari discipuli
Slide 1 - Diapositive
Hodiē
AcI oefenen aan de hand van de opgaven
van vorige én deze week
Slide 2 - Diapositive
voorbeelden van de ACI
hostes et equos appropinquare narrant.
credo amorem omnia vincere posse.
pueri lupam haud timent.
puer patrem domum tandem intrare gaudet.
Slide 3 - Diapositive
Welke woorden maken onderdeel uit van de AcI...?
Vertaling r. 1 t/m 6
Stephanus de voller had aan de slaven opdrachten/taken gegeven. Terwijl de slaven de eerste opdrachten/taken voltooiden, bewaakte de meester de voortgang van het werk. Stephanus zag dat de slaven de vaten op de weg verzamelden en ((zag) dat de slaven de vaten) naar de binnenplaats droegen. Hij hoorde dat de slaven de vaten vol met urine in het bassin van de vollerij goten.
Slide 4 - Diapositive
In welke tijd vertaal je de I van de AcI?
Slide 5 - Carte mentale
Vervolgens beval hij de slaven met hun naakte voeten in het bassin te staan en de kleding te wassen.
A
beval hij dat de slaven met hun naakte voeten in het bassin stonden en de kleding wasten
B
beval hij de slaven dat de naakte voeten in het bassin stonden en dat zij de kleding wasten
C
beval hij dat de slaven met hun naakte voeten in het bassin te staan en de kleding te wassen
D
beval hij de slaven die met hun naakte voeten in het bassin stonden de kleding te wassen
Slide 6 - Quiz
De ene zei de meester wreed te zijn, de andere voegde toe hem altijd smerige opdrachten te geven
A
De ene zei dat hij de meester wreed vond, de andere vroege toe dat hij aan de meester smerige opdrachten gaf
B
De ene zei dat de meester wreed is, de andere voegde toe dat hij altijd smerige opdrachten geeft
C
De ene zei dat de meester wreed was, de andere voegde toe dat hij altijd smerige opdrachten gaf
D
De enige zei dat hij voor de meester wreed was, de andere voegde toe dat hij hem altijd smerige opdrachten gaf
Slide 7 - Quiz
maar hij begreep zijn slaven roddelen over hun meester/de meester van hen
A
maar hij begreep dat de slaven roddelen over hun meester
B
maar hij begreep dat hij roddelde over de slaven van hem
C
maar hij begreep de slaven, die over hem roddelden
D
maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester
Slide 8 - Quiz
Het bevalt me niet jullie kletsen
A
Het bevalt me niet met jullie te kletsen
B
Het bevalt jullie niet dat ik klets
C
Het bevalt me niet als jullie kletsen
D
Het bevalt me niet dat jullie kletsen
Slide 9 - Quiz
Wat als degene uit de hoofdzin ook het onderwerp in de dat-zin moet zijn...?
'De meester zei dat de slaven/hij > eum (van is, ea, id)...' versus 'De meester zei dat hij (zelf) > se ...'
Woordenlijst les 25
se
1. zich
2. + AcI dat hij, dat zij
Slide 10 - Diapositive
De slaven wisten zich in gevaar zijn
A
De slaven wisten dat zij in gevaar waren
B
De slaven wisten dat zich in gevaar zijn
C
De slaven wisten dat zij in gevaar zijn
D
De slaven wisten in gevaar te zijn
Slide 11 - Quiz
Gegroet, Hedone, je merkt zeker wij in stilte werken?
A
Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat hij ons in stilte laat werken?
B
Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?
C
Gegroet, Hedone, je merkt zeker van ons dat wij in stilte werken?
D
Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten?
Slide 12 - Quiz
Let dus op:
sed intellexit servos suos eorum domino maledicere.
maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester
Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare?
Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?
Slide 13 - Diapositive
Opgave 4 vertalen, deze kijk je volgende week zelf na