Chapitre 5, cours 8_Bande dessinée

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Chapitre 5 poser une question

les buts

• Ik kan in een stripverhaal woorden gebruiken die te maken hebben met ziek zijn
• Ik kan de ontkenning gebruiken
• Ik weet hoe ik in het Frans een vraag kan stellen

Au travail!

- Inventarisatie woordjes

- Herhalen: ontkenning + vragen stellen

- Docent deelt stencil uit

- Individueel Bande Dessinée maken

être malade

wat betekent: accro

Wat betekent: participer

faire de la natation

faire du cheval

bonsoir

la santé

dans une heure

De ontkenning

Je ne parle pas français.

Tu n'habites pas à Paris?

Je ne suis pas néerlandais.

Où est-ce que tu habites?

Dit kan altijd:

Vraagwoord + est-ce que + rest zin

Qui

Comment

Où

Pourqoui

Een vragende zin met vraagwoord+est-ce que

 Vraagwoord + est-ce que + onderwerp + persoonsvorm?

VOORBEELDEN:

• Quand est-ce que tu arrives?
• Pourquoi est-ce que tu viens?
• Comment est-ce qu'elle s'appelle?
• Qu'est-ce que  tu vois?

== Deze manier kan altijd! ==

Au travail!

Finis la bande dessinée.

Bekijk de eerste tekening van het stripverhaal.

Stel je de situatie voor: waarom is de jongen in het ziekenhuis? Wat heeft hij?

Vul het gesprek aan in tekening 1 t/m 5

Bedenk hoe het verhaal verder zal gaan en maak de strip af.

TIPS

• Wees origineel en creatief.
  
• Gebruik minstens één ontkenning en stel vragen.
  
• Gebruik de phrases-clés uit hoofdstuk 1 tot en met 5.

à la prochaine fois!