§1.2 Leven in een industriestad - Deel 2

§1.2 Leven in een industriestad
Liberalisme
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§1.2 Leven in een industriestad
Liberalisme

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag? 
- Fimpje over leeromstandigheden van de arbeiders
- Afmaken §1.2 (aantekening)
- Aan de slag! 
- Hoe beantwoord ik een vraag? 
- Afsluiting


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Liberalisme
De meeste bestuurders in de 19de eeuw zijn liberalen
Het liberalisme is een politieke stroming
De liberalen willen zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers
Dit betekent dat de overheid zich weinig bemoeit met burgers

Slide 5 - Diapositive

Liberalen
  • Gegoede burgerij is  liberaal
  • Alleen rijke mensen mogen stemmen.
  • Gevolg 1: rijken stemmen op liberalen
  • Gevolg 2: géén sociale wetgeving

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is economie?

Slide 8 - Question ouverte

Liberalisme: economisch
- Voor het kapitalisme
- De regering bemoeit zich zo min mogelijk met de economie
- Fabriekseigenaren hoeven zich niet te houden aan regels

Slide 9 - Diapositive

Liberalisme: politiek
- Overheid moet zich niet met mensen bemoeien.
- Overheid moet alleen zorgen voor orde en veiligheid
- Alleen rijke mannen mogen kiezen

Slide 10 - Diapositive

Grondrechten
  • De bevolking heeft een aantal grondrechten.
  • Bijv. vrijheid van meningsuiting.

Slide 11 - Diapositive

Kiesrecht!
Mannen: algemeen kiesrecht
  • 1917: passief kiesrecht 
  • 1917: actief kiesrecht
Vrouwen:
  • 1917: passief kiesrecht
  • 1919: actief kiesrecht.


passief: er mag op jou gestemd worden
Actief: je mag op iemand stemmen

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Maak van par. 1.2 vraag 8, 9, 10 en 12.

Slide 13 - Diapositive

Hoe beantwoord ik een vraag? 
- Goed lezen! (hoeveel antwoorden worden er van mij gevraagd?)
- Neem een deel van de vraag over in je antwoord. 
- Controleer je antwoord, heb je écht antwoord gegeven op de vraag? 

Slide 14 - Diapositive