examen havo-5 2021 TV-2

Examen havo-5 2021 TV-2
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Examen havo-5 2021 TV-2

Slide 1 - Diapositive

Geef van elke bewering aan of die overeenkomt met de tekst.
 
 

waar
niet waar
1 Patat had vroeger de vorm van schijfjes.
2 Patat werd vroeger met mes en vork gegeten.
3 Patat werd vroeger in boter gebakken. 

Slide 2 - Question de remorquage

vraag 2
Qu’est-ce qui rend la collection de vêtements de Gaëlle Constantini bien
particulière d’après le premier alinéa ?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 3 - Quiz

vraag 3
Quel rêve est-ce que Gaëlle a réalisé d’après le 2ème alinéa ?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quiz

4 Qu’est-ce qui ressort du dernier alinéa ?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quiz

De vrouw op het schilderij « La Joconde » heeft geen wenkbrauwen.

5 Welke verklaring daarvoor heeft lang stand gehouden?

Slide 6 - Question ouverte

6 Wat is de echte verklaring voor het feit dat « La Joconde » geen
wenkbrauwen heeft?

Slide 7 - Question ouverte

7 Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) au premier alinéa.

A
augmente
B
diminue
C
reste la même

Slide 8 - Quiz

« Pour régler ce problème » (regel 17-18)
8 Wat was de oplossing volgens de tweede alinea?
Vul de volgende zin aan:

Slide 9 - Question ouverte

9 À quoi sert le 3ème alinéa ?
A
à critiquer Gustave Eiffel et le Général Ferrié
B
à montrer l’utilité de la radiotélégraphie
C
à souligner l’importance de la bataille de la Marne

Slide 10 - Quiz

10 Qu’est-ce qu’on lit au dernier alinéa ?
De nos jours, le bunker qui se trouve sous le Champ de Mars
A
a toujours une fonction militaire.
B
est abandonné et mis hors d’usage.
C
est devenu un musée sur l’histoire de la radiotélégraphie.
D
est utilisé par la société d’exploitation de la Tour Eiffel.

Slide 11 - Quiz

11 Qu’est-ce que le test de lecture de l’université de Stanford montre ?
A
Le score des robots en lecture est plus élevé que celui des humains.
B
Les humains sont considérablement plus forts en lecture que les robots.
C
Les performances en lecture des robots ne diffèrent pas beaucoup de celles des humains.

Slide 12 - Quiz

« Facebook a … au numérique. » (lignes 17-25)
12 Comment ce passage se rapporte-t-il à la phrase qui précède ?
A
Il en donne la cause.
B
Il la précise
C
Il la relativise
D
Il s’y oppose.

Slide 13 - Quiz

In de derde alinea worden verschillende voorbeelden gegeven van
toepassingen van kunstmatige intelligentie.
13 Wordt er ook een voorbeeld gegeven waaruit blijkt dat kunstmatige
intelligentie het menselijk brein heeft weten te overtreffen?
Zo nee, antwoord ‘nee’.
Zo ja, welk voorbeeld wordt genoemd?

Slide 14 - Question ouverte

14 Geef van elke bewering aan of die overeenkomt met de laatste alinea.
wel
niet
1 Laurence Devillers vindt de angst die mensen hebben voor
kunstmatige intelligentie terecht.
2 Laurence Devillers vindt het belangrijk dat er gedragsregels worden
opgesteld voor mensen die robots programmeren.

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Question de remorquage