oefentoets CH4 grammar

Today
Today we are going to repeat everything from Chapter 4.
On friday there will be a test about chapter 3 and4.

The test will be about
All grammar
All vocab
all stones
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Today
Today we are going to repeat everything from Chapter 4.
On friday there will be a test about chapter 3 and4.

The test will be about
All grammar
All vocab
all stones

Slide 1 - Diapositive

 Grammar
Present perfect

Slide 2 - Diapositive

How do you make the Present Perfect?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

When do you use the present perfect?

Slide 5 - Carte mentale

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

How did you do on the previous exercise?

Slide 8 - Question ouverte

What happens to the verb that comes after 'used to'?

Slide 9 - Carte mentale

Used to
Used to vul je in de zin in voor het werkwoord.
Na used to gebruik je altijd de infinitief.

Slide 10 - Diapositive

Exercises
In the next slides you have to fill in 'used to' in the sentence.
Repeat the whole sentence

Slide 11 - Diapositive

I have a hamster

Slide 12 - Question ouverte

My brother likes to buy his girlfriend flowers

Slide 13 - Question ouverte

What do you still know about will/to be going to?

Slide 14 - Carte mentale

Will

Beloftes, iets aanbieden, aankondigingen en besluiten, ook een plotseling besluit

Voorspelling zonder bewijs
To be going to

Aangeven dat iemand iets in de toekomst van plan is, het staat al vast, vooraf gepland

Voorspelling met bewijs

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

Do you have any questions?

Slide 18 - Question ouverte