les 7 2KGT K4 Tiere - leestoets + leesdossier

les 7 Leestoets en leesdossier

2KGT(H) K4 Tiere 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

les 7 Leestoets en leesdossier

2KGT(H) K4 Tiere 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  1. Je kunt zelfstandig een Duitse tekst lezen en vragen beantwoorden zonder dat je alle woorden al kent. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

D lesen
Je kunt met behulp van de ezelsbruggetje oefeningen over persoonsvormen maken.
Je kunt zelfstandig een Duitse tekst lezen en vragen beantwoorden zonder dat je alle woorden al kent. 






stil grammatica opdracht
klassikaal leesopdracht voorbereiden
klassikaal hardop lezen

Duits 2KGT(H) K4 Tiere les 7 voorbereiding leestoets + herhaling grammatica
11-03-2024

Wat kan je helpen om onbekende teksten toch grotendeels te begrijpen?

zie SOM

zie sheet 4

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AAN DE SLAG 
Maak de leestoets!
Schrijf je naam, vak, datum: 14-03-024 op het gelinieerde blad.
Schrijf je antwoorden ook hierop!


Heb je nog tijd over?  Werk aan je leesdossier!


timer
30:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Ging dit beter dan op dinsdag?

Huiswerk:
Leesdossier maken, hardop lezen oefenen

Slide 5 - Diapositive

Slay

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

IDEWIS + Feesttenten - Regel
Ook in het Duits maak je de persoonsvorm door 
STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)
Je gebruikt het ezelsbruggetje bij het oefenen.

(uitzondering: haben, sein + andere hulpwerkwoorden)

Slide 7 - Diapositive

Slay

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gebruik je feesttenten?

Bij een werkwoord bijvoorbeeld spielen,
  • Zoek de stam op, dit doe je door -en van het werkwoord af te halen. Bij spielen is de stam spiel
  • Bij verschillende personen (ich, du, er, wir, ihr, Sie) gebruik je verschillende uitgangen, maar bij een soort persoon altijd dezelfde uitgang.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg voltooid deelwoord
Kijk naar de voorbeelden:
spielen - gespielt
laufen - gelaufen
wohnen - gewohnt
machen - gemacht
hören - gehört
Wat is de regel?

Slide 10 - Diapositive

Slay

opkikkertje                              stil: 
In welke zinnen is de grammatica goed?




timer
3:00
  1. Marc lieben Pferde.
  2. Du habst Hunde.
  3. Hier wohnen acht Katzen.
  4. Ich spiel Fußball.
  5. Gehst wir in den Wildpark?
  6. Deine Fische fressen Früchte.
  1. Marc liebt Pferde.
  2. Du hast Hunde.
  3. Hier wohnen acht Katzen.
  4. Ich spiele Fußball.
  5. Gehst du in den Wildpark?
  6. Deine Fische fressen Früchte.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voltooid deelwoord van
spielen?
A
spielt
B
gespield
C
gespielt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions