Woordenschat 20-09-2024

Lezen 
timer
10:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Lezen 
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

4.3 Woorden

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

Je leert ongeveer 20 nieuwe woorden.
 Je leert wat synoniemen zijn.
Je leert wat samenstellingen zijn.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Geef een voorbeeld van een synoniem

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor wc?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Synoniemen
Synoniemen zijn woorden met dezelfde betekenis.

Bijvoorbeeld de woorden bladzijde en pagina

Sommige woorden hebben meer dan één synoniem
Voorbeeld: goed, juist, correct.

Slide 9 - Diapositive

Wat is een synoniem voor lopen?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor eten?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Woorden uit de woordenlijst

Slide 13 - Diapositive

Wat betekent het woord:
aarzelen
A
twijfelen
B
nadenken
C
de kans
D
de beste manier

Slide 14 - Quiz

Wat betekent het woord:
neiging
A
voorkeur
B
afwisselend
C
behoefte
D
iets of iemand goed vinden

Slide 15 - Quiz

Wat betekent het woord horizontaal? 

En wat is dan verticaal?

Slide 16 - Diapositive

WAT IS EEN SAMENSTELLING?
  • Een woord dat uit meerdere woorden bestaat, noem je een samenstelling.
  • Voorbeeld: hogesnelheidslijn 
    Voorbeeld: vaatwasmachine

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
maken opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6
Klaar? Ga zelfstandig verder met opdracht 7 t/m 15
We gaan straks samen nakijken. 
timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive