Oefentoets
1 / 23
La durée de la leçon est: 80 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Van welk rijk was Karel de Grote de leider?
A
Germaanse rijk
B
Christelijke rijk
C
Bataafse rijk
D
Frankische rijk
Slide 3 - Quiz
1. Karel de Grote was de leenheer.
2. De leenman was een graaf of hertog.
2. De leenman was een graaf of hertog.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 4 - Quiz
Waarom kwam er in het Frankische rijk steeds meer verdeeldheid?
A
De leenmannen gingen hun leen zien als bezit
B
De leenmannen kregen ruzie met Karel de Grote
C
De leenmannen bekeerde zich tot het christendom
D
De leenmannen gingen samenwerken tegen de leenheer.
Slide 5 - Quiz
Een hertog en een graaf zijn mensen van …….
Slide 6 - Question ouverte
De tijd tussen 500 en 1500 noemen we de ……...
Slide 7 - Question ouverte
In welk jaar werd Karel de Grote door de paus gekroond tot keizer?
A
814
B
800
C
714
D
700
Slide 8 - Quiz
Dit volk uit Scandinavië viel langs de Europese kusten vele stadjes aan. De …...….
Slide 9 - Question ouverte
Iemand met de opdracht om het christendom te verspreiden. Een...…...
Slide 10 - Question ouverte
Welk volk waren rond 700 al christelijk?
A
Friezen
B
Germanen
C
Vikingen
D
Franken
Slide 11 - Quiz
Welke geestelijken had het meeste invloed?
A
abt
B
priester
C
non
D
monnik
Slide 12 - Quiz
Wie was de belangrijkste missionaris die rond 690 in Nederland aankwam?
A
Augustinus
B
Willibrord
C
Bonifatius
D
Grogorius
Slide 13 - Quiz
Was het in de 9e en 10e eeuw veilig in Europa?
JA
NEE
Slide 14 - Sondage
Wat zouden de boeren hebben gedaan om veilig te zijn?
A
Vluchten naar andere landen
B
Bij een Heer opzoek naar veiligheid
C
De koning vragen om hulp
D
Zelf de wegen beveiligen
Slide 15 - Quiz
Halfvrije boeren uit de middeleeuwen noemen we ……..
Slide 16 - Question ouverte
Het land van een edelman of klooster waar de boeren woonden heet een ……..
Slide 17 - Question ouverte
Het onbetaalde werk dat boeren verplicht voor hun heer moesten doen noemen we ………?
Slide 18 - Question ouverte
De geestelijken (1e stand) en adel (2e stand) hadden bepaalde voorrechten. Deze noemen we ……….
Slide 19 - Question ouverte
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
1 God
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran
Slide 20 - Question de remorquage
Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
de bewoners van deze stad geloofden in meerdere goden en verzetten zich tegen Mohammed
de god van de moslims
stad waar Mohammed een islamitische staat stichtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina
Slide 21 - Question de remorquage
De islam is ontstaan in de
A
5e eeuw
B
6e eeuw
C
7e eeuw
D
8e eeuw
Slide 22 - Quiz
De islam is
A
Monotheïstisch
B
Polytheïstisch
