H1 - Een tegenstelling zoeken( 1e jaars)

Wat gaan we doen?
- Wat weet je nog van de vorige klas?
-  Benoem een paar  voorbeelden.


-We herhalen de stof van de vorige les
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
- Wat weet je nog van de vorige klas?
-  Benoem een paar  voorbeelden.


-We herhalen de stof van de vorige les

Slide 1 - Diapositive

Welkom!

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Slide 3 - Diapositive

H1 Een tegenstelling zoeken

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Noteer in twee minuten zoveel mogelijk woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.
Bijvoorbeeld: groot-klein

Slide 6 - Question ouverte

Bedenk een zin met daarin een tegenstelling.

Slide 7 - Question ouverte

Betekenis zoeken
Als je de betekenis van een woord niet weet, kan je die misschien in de tekst vinden.

Soms kan dat door een tegenstelling.

Slide 8 - Diapositive

Sporten is erg gezond, echter zijn er wel vaak blessures.

Slide 9 - Diapositive

Tegenstellingen zoeken

Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop. 

Prijzig, duur
Goedkoop, voordelig 

Slide 10 - Diapositive

Tegenstelling herkennen
Een tegenstelling herken je aan de woorden:

maar, echter, toch, daarentegen, anderzijds, hoewel.

Slide 11 - Diapositive

Tegenstelling zoeken

-Kijk naar een tegenstelling in de tekst.
-Let op de volgende woorden: maar, echter, toch en daarentegen.

Slide 12 - Diapositive

Hierna volgen 3 zinnen. Noteer van elke zin het woord waaraan je ziet dat er een tegenstelling in de zin staat. 

Slide 13 - Diapositive

Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.

Slide 14 - Question ouverte

Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.

Slide 15 - Question ouverte

Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.

Slide 16 - Question ouverte

Mijn ouders leiden een gezapig leven, maar gelukkig zorgen wij voor de nodige onrust.

Slide 17 - Question ouverte

Zijn er nog vragen 

Slide 18 - Diapositive

Wat gaan jullie in het weekend doen?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive