5.5 mutaties

5.5 Mutaties
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare school

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

5.5 Mutaties

Slide 1 - Diapositive

In deze les
- herhaling 5.4
- Wat zijn mutaties?
- Hoe ontstaat kanker?

Slide 2 - Diapositive

Bij een onvolledig dominant genotype
A
zijn er 2 verschillende allelen die beide tot uiting komen
B
Komt alleen het dominante allel tot uiting
C
Is er sprake van een homozygoot genotype

Slide 3 - Quiz

Menno zegt: De celkern van een levercel bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen.

Annie zegt: Een gen bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen'

A
Annie heeft gelijk
B
Menno heeft gelijk
C
Beide uitpsraken zijn waar
D
Beide uitspraken zijn niet waar

Slide 4 - Quiz

Is het gen voor de ziekte van Huntington dominant of recessief? Of is dit niet uit de gegevens op te maken?
A
Het gen is dominant
B
Het gen is ressecief
C
Dit is niet uit de gegevens op te maken

Slide 5 - Quiz

Mutaties
Mutatie =  Plotselinge verandering in het genotype.

Mutant = Organisme waarbij de mutatie zichtbaar is in het fenotype.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Mutatie in het DNA

Slide 8 - Diapositive

Mutant

Slide 9 - Diapositive

Mutagene invloeden

Slide 10 - Diapositive

Kanker
Kanker: Ontstaat door een mutatie in genen die de celdeling regelen. Hierdoor gaan kankercellen zich ongeremd delen. 

Slide 11 - Diapositive

Goedaardige Tumor (gezwel)
Goedaardig gezwel: Het gezwel groeit niet door andere weefsels heen. En verspreidt zich niet door het lichaam. 
Een goedaardige tumor kan wel tegen omliggende weefsels of organen drukken.

 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Kwaadaardige tumor
Alleen een kwaadaardige tumor is kanker. Een kwaadaardige tumor kan in omliggende weefsels en organen groeien. Ook kunnen de cellen losraken.
De kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terechtkomen. Ze kunnen zich daar vasthechten en uitgroeien tot nieuwe tumoren. Dit zijn uitzaaiingen. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

In de afbeelding zie je twee koningspythons van de soort Python regius.
Is het linker dier in de afbeelding een mutant?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Door langdurig zonnebaden wordt de kans op mutaties vergroot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Waarom heeft een mutatie in een lichaamscel vaak geen gevolgen?
A
De lichaamscel deelt zich niet
B
Niet het volledige genotype is veranderd
C
Omdat het genotype van de overige cellen niet verandert

Slide 18 - Quiz

Bij een vrouw wordt borstkanker geconstateerd. Na een tijd bevindt zich een gezwel in de lever van deze vrouw.

Kun je hieruit de conclusie trekken dat bij deze vrouw uitzaaiing heeft plaatsgevonden?
A
Nee, ze heeft zowel kanker in de lever als in haar borst
B
Ja, kankercellen in haar borst zijn uitgezaaid naar de lever
C
Nee, borstkanker is een goedaardige tumor

Slide 19 - Quiz

opdrachten 
maak opdr. 12 tm 14 (vr. 1, 2, 3)
verdieping/extra: vr. 4 tm 8

Slide 20 - Diapositive