Kennismakingsles D2B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Nederlands

Mevrouw Los

Vandaag

• Kennismaken
• Praktische zaken bespreken
• Nieuw Nederlands

Wat is het leukste dat jullie deze vakantie gedaan hebben?

Hebben jullie een huisdier en zo ja, wat voor huisdier?

Wat vinden jullie van het vak Nederlands?

Praktische zaken

• Huiswerk
• Toetsen
• Spullen vergeten
• Telefoongebruik
• Eten en drinken

Kennisquiz lezen

Wat beschrijft 'het onderwerp' het beste?

1. Het onderwerp is waar de tekst over gaat.
2. Het onderwerp laat zien wie de tekst geschreven heeft.
3. Het onderwerp kan een titel zijn van een alinea.
4. Het onderwerp laat zien waar de tekst staat.

Het onderwerp

• Het onderwerp is waar de tekst over gaat. Met éen of een paar woorden kun je zeggen wat het onderwerp is.
• Om het onderwerp te vinden, hoef je de tekst meestal alleen te bekijken: bekijk de titel, de tussenkopjes en de afbeeldingen en lees de eerste alinea.

Wat is een alinea?

1. Een alinea bestaat niet.
2. Een onderdeel van de titel.
3. Een onderdeel van de bron.
4. Een onderdeel van de tekst.

Alinea

• De tekst is verdeeld in alinea's.
• De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van de alinea.
• Soms staat er een tussenkopje (het deelonderwerp) boven een alinea.

Een tekst bestaat uit drie delen. In welke volgorde kom je de delen in een tekst tegen?

1. Slot, inleiding, middenstuk.
2. Inleiding, middenstuk, slot.
3. Middenstuk, slot, inleiding.
4. Slot, middenstuk, inleiding.

Inleiding, middenstuk en slot

• Inleiding:  het eerste deel van de tekst. Vaak een voorbeeld of een grappig verhaaltje.
• Middenstuk: het grootste gedeelte van de tekst (informatie).
• Slot: de laatste alinea van een tekst. Hierin wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald.

Vijf tekstdoelen

• Informatief (nieuwsbericht). 
• Leren of uitleggen (studietekst).
• Iemand iets laten doen (reclametekst).
• De schrijven wil zijn mening geven (filmrecensie).
• Amuseren (strip of verhaal).

Zoekend lezen

• Snel zien waar informatie staat door tussenkopjes, afbeeldingen en opvallende dingen (dikgedrukte woorden en opvallende tekens) te bekijken.
• Afbeeldingen kunnen informatie geven of de tekst opmaken.

Opdrachten maken

Maak opdracht 1 en 2 van 'De Brug - Lezen'.

Bladzijde 212.

 

Dankjewel en tot morgen!