V4 biologie §6.1 verwantschap tussen soorten

§6.1
Jullie gaan zelf deze Lessonup les doornemen ( en de vragen beantwoorden).
Daarna §6.1 van de methode lezen en opgaven maken.
Als iets niet duidelijk is, dan direct contact opnemen met je docent.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§6.1
Jullie gaan zelf deze Lessonup les doornemen ( en de vragen beantwoorden).
Daarna §6.1 van de methode lezen en opgaven maken.
Als iets niet duidelijk is, dan direct contact opnemen met je docent.

Slide 1 - Diapositive

           individuen van 1 soort
Lijken vaak op elkaar, wat betreft uiterlijk (en gedrag)
Herkennen elkaar als soortgenoten (dieren)
 Voor een groot deel overeenkomstig DNA
Individuen van 1 soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen.

Slide 2 - Diapositive

Verwante
soorten
lijken soms niet
op elkaar.
DNA onderzoek
geeft dan
(onverwachte) informatie

Slide 3 - Diapositive

Hybride
= een levensvatbare nakomeling van ouders van 2 verschillende soorten, die niet vruchtbaar is
voorbeeld: muilezel, muildier

Waarom is  een muilezel geen diersoort?

Slide 4 - Diapositive

Zoek op....
wat is een lijger?
wat is een scheit?

Slide 5 - Question ouverte

Linnaeus (1707- 1778)
heeft zijn leven gewijd aan het systematisch indelen van dieren en planten in "groepen"
= taxanomie

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Ezelsbrug

Slide 8 - Diapositive

Geslachtsaanduiding soortnaam
Panthera pardus
Homo sapiens
Naamgeving van soorten
Elke soort organisme heeft een eigen naam:
Linnaeus maakte de indeling rijk, afdeling .................  geslacht, soort

Slide 9 - Diapositive

Door voortschrijdend inzicht bestaat er "boven"  de 4 rijken nog zoiets als 3 domeinen
eukaryoten, archaea en prokaryoten

Slide 10 - Diapositive

Wat is het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten wat betreft de celkern?
BINAS 78

Slide 11 - Question ouverte

In BINAS 78 staat dat sommige bacteriën autotroof zijn, net als planten.
Leg uit wat wordt bedoeld met autotroof

Slide 12 - Question ouverte

vragen? dan contact opnemen met je docent.

Nu zelf §6.1 doorlezen, opgaven maken en nakijken.
Houd goed de magister agenda in de gaten voor het thuiswerk.

succes!

Slide 13 - Diapositive