Paragraaf 5.5: Hoeken berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H5: Lijnen en hoeken

Dinsdag 25 februari

Inhoud

• Herhaling hoeken tekenen
• Uitleg hoeken berekenen
• Checkopdracht
• Zelfstandig aan het werk

Uitleg - hoeken meten

Checkopdracht

(1) Overstaande hoeken 

De hoeken met hetzelfde teken zijn even groot!

We hebben Q1 en Q3 als overstaande hoeken. Wat zijn de andere overstaande hoeken?

1. Q1 en Q2
2. Q2 en Q3
3. Q2 en Q4
4. Q1 en Q4

Wat is de overstaande hoek van

∠A​5​​

1. ∠A​1​​
2. ∠A​2​​
3. ∠A​3​​
4. heeft geen overstaande hoek

(2) Gestrekte hoek

Een gestrekte hoek is 180°

(3) Rechte hoek

Een rechte hoek is 90°

Hoeken berekenen

Bereken ∠A​2​​ en ∠A​4​​

Hoeken berekenen

Uitwerking:

∠A​12​​=90°(rechte hoek)

Bereken ∠A​2​​ en ∠A​4​​

Hoeken berekenen

Uitwerking:

∠A​12​​=90°(rechte hoek)

∠A​2​​=90°−39°

Hoeken berekenen

Uitwerking:

∠A​12​​=90°(rechte hoek)

∠A​2​​=90°−39°

∠A​2​​=51°

Hoeken berekenen

Uitwerking:

∠A​2​​=51°

∠A​1​​=∠A​4​​= 39°(overstaandehoeken)

Aan de slag!

Huiswerk

Paragraaf 5.5: (blz. 210): 53 t/m 59 en L8

Huiswerk is voor woensdag 26 februari

Klaar? Opgave 60 + nakijken