Unit 5

Technical English 2
Unit 5
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Technical English 2
Unit 5

Slide 1 - Diapositive

5.1 Uses

Slide 2 - Diapositive

Page 37 - vocabulary
Example: calculate - calculator
conduct -

Slide 3 - Question ouverte

Page 37 - vocabulary
Example: calculate - calculator
contain -

Slide 4 - Question ouverte

Page 37 - vocabulary
Example: calculate - calculator
generate -

Slide 5 - Question ouverte

Page 37 - vocabulary
Example: calculate - calculator
receive -

Slide 6 - Question ouverte

Page 37 - vocabulary
Example: calculate - calculator
stabilise -

Slide 7 - Question ouverte

Page 37 - vocabulary
Example: calculate - calculator
transmit -

Slide 8 - Question ouverte

5.2 Appearance

Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een
zelfstandig naamwoord
A cylindrical shape

Zelfstandig naamwoorden (nouns) zijn mensen, dieren, dingen
en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.
A cylinder

Slide 10 - Diapositive

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
triangle -

Slide 11 - Question ouverte

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
rectangle -

Slide 12 - Question ouverte

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
cube -

Slide 13 - Question ouverte

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
cone -

Slide 14 - Question ouverte

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
sphere -

Slide 15 - Question ouverte

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
square -

Slide 16 - Question ouverte

5.2 exercise 6 page 39
Cylinder - cylindrical
circle -

Slide 17 - Question ouverte

5.3 Definitions

Slide 18 - Diapositive

Articles
(lidwoorden)
In Dutch: ''De, Het, Een'', are the articles

In English: ''The, A, An'', are the articles

Slide 19 - Diapositive

Een (A/An)
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' -> A university
- ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment 
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
-  een stomme ''h'' -> an hour
- een afkorting -> an NBC reporter

Slide 20 - Diapositive