V5 18-01 (gatentekst)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Bonjour! 

Mercredi, le 18 janvier 2023 

K: Strategie bij de beweringenvraag en de invulvraag 

K: Tekst 8 Zep, professionnel de la BD

Z: Au travail: 
     Ga zelfstandig aan de slag met een tekst naar keuze uit het examen 2018 II

Mercredi, le 18 janvier 2023  (uur 2)

Z: Au travail 

Le choix:

A      Ga zelfstandig aan de slag met een tekst naar keuze uit het examen 2018 B       Ga met een medeleerling aan het werk (maximaal 2 leerlingen werken
          samen)

C       Ga in een klein groepje met je docent aan het werk

Oefenen met tijd! Hoe lang mag je aan een vraag werken?

Toets data

25-01-2023 Meting Leesvaardigheid 

Beweringenvraag (9)

3 Beweringsvragen (antwoorden zijn genummerd, wel / niet)

1. Lees eerst de antwoorden en streep je zoekterm aan

• namen (eigennamen, bedrijven, merken,…)

• plaatsen (landen, steden,…)

• hoeveelheden (de meerderheid, een kleine groep,…)

• tijdsaanduidingen (in het begin, vandaag de dag,…)

• internationale woorden (discriminatie, autoriteit, …)

• woorden die jij herkent

Beweringenvraag (9)

2. Alle elementen in de bewering moeten overeen komen: “Vader was ziek en moeder was op

reis”

3. Bij signaalwoorden staan de antwoorden

4. Slim gokken: wat past in de grote lijn en wat zijn de onzin-antwoorden.

On n'en croit pas ses yeux! (vraag 9)

Aujourd’hui, Christo travaille tout seul, car Jeanne-Claude est morte 

depuis 7 ans. Sur les 60 projets qu’il a imaginés avec elle, 23 ont vu le 

jour. Et maintenant il rêve de voir la réalisation de deux autres : tendre, 

comme un ciel, une toile de 10 kilomètres de long au-dessus de la 

rivière Arkansas aux États-Unis, et construire un mastaba géant aux 

Emirats arabes unis. 

Zep, professionnel de la BD

BD:  afkorting van bande dessinée = stripboek 

en référence au: met verwijzing naar

j'ai pris conscience: werd ik me bewust

déterminant: doorslaggevend

veste: jasje
manga: Japanse strip

Gatenteksten (signaalwoord invullen)

A Signaalwoorden (antwoord staat vaak vóór de zin met het gat)

Het gaat hier over het verband tussen 2 zinnen. De zin ervoor en de zin met het gat en hoe plak je die aan elkaar.

1. Staat er een tegenstelling in de twee zinnen? Benoem de zinnen in termen van positief en negatief. Geen tegenstelling?
Streep de tegenstellingsantwoorden (au contraire, néanmoins,

pourtant, …) door.
2. Staan er in de zin met het gat voorbeeldkenmerken: namen / plaatsen / getallen / % / data? 

Kies dan : par exemple, comme, ainsi,…  

Gatenteksten Géén Signaalwoorden

Geen signaalwoorden (antwoord staat vaak ná de zin met het gat)

• Titel + plaatje + intro → grote lijn

• Zorg ervoor dat je echt alle 4 de mogelijke antwoorden kent

• Lees tot het gat + 1 zin. Het antwoord staat daar meestal.

• Zoek zinnen met signaalwoorden of dubbele punten. Hoe dichter bij het gat, hoe beter.

• Gokje?

a. Kijken of je de antwoorden kunt verdelen in positieve of negatieve woorden. Dit kan

niet altijd. (als de alinea best negatief is, kies ik een negatief antwoord)

b. Tegenstelling in het antwoord? A Groot B Leuk C Klein D Koud

Dan willen ze meestal weten: groot of klein en streep de andere twee weg.

Past het in de grote lijn?

Zep, professionnel de la BD

(1) Comment est-ce que vous avez découvert que vous étiez doué ?

A 7 ans, j’ai fait une caricature de mon oncle, et mes parents l’ont

affichée dans la cuisine. Tous les jours, je voyais mon dessin entre une

affiche de Van Gogh et une photo de montagne. C’était comme être au

musée du Louvre ! C’est comme ça que j’ai pris conscience de mon

talent. ________, il y a eu l’école. Les copains venaient me demander de

leur dessiner un cheval, un cow-boy, un Indien. J’étais « le » dessinateur

de la classe. Cela a été déterminant.

Zep, professionnel de la BD

(2) Comment est-ce que vous avez trouvé votre style ?

« Le style, il ne faut pas s’en occuper, ça vient tout seul. C’est comme pour les vêtements. Au début, on suit la mode pour ne pas être différent des autres, alors on met la même veste que n’importe qui. Mais peu à peu, en mélangeant les influences, on devient soi-même. On trouve son propre style. En dessin, c’est __________ On commence par copier son idole. Et puis, on va mélanger. Plus on est curieux, plus le style sera nourri et devient personnel. Actuellement, il y a beaucoup de jeunes qui mélangent du manga avec un style plus franco-belge.

Au revoir!

Bonne journée!