Nederlands Signaalwoorden 2F

Signaalwoorden
Signaalwoorden
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Signaalwoorden
Signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doelen

- Je leert signaalwoorden in een tekst herkennen
- Je leert welk signaalwoord bij welk verband hoort

Slide 2 - Diapositive

Ten eerste...

Maak zinnen met de signaalwoorden die je kent.
Het is belangrijk dat je hierbij je gevoel volgt. Als je de opdracht hebt gedaan, dan krijg je te zien hoeveel procent je goed hebt. Op de volgende sheet zie je een voorbeeldtekst.
Oefening

Slide 3 - Diapositive

Schrijf hier je zinnen:
Oefening

Slide 4 - Diapositive

Er kan bijvoorbeeld malware genesteld zijn in het opslagapparaat, maar er zijn zelfs sticks die qua architectuur zo zijn gebouwd om schade toe te brengen aan je pc. In het ergste geval kunnen ze zelfs de componenten in je computer roosteren.
Eén van de beruchtste sticks is de zogenaamde rubber ducky. Een rubber ducky lijkt op een normale USB-stick, maar dat is hij niet. Hij heeft een speciale chipset aan boord waarmee een toetsenbord geëmuleerd wordt. Als je hem in de computer stopt, herkent je systeem hem dus niet als opslagapparaat, maar als een toetsenbord. Er kan dan bijvoorbeeld een webpagina worden geopend waar malware verborgen zit.
(bewerkte) Bron: https://nl.pcmag.com/badeenden/3377/badeenden-en-gefrituurde-hardware-deze-usb-sticks-zijn-een-gevaar-voor-je-pc

Antwoorden gatentekst

Slide 5 - Diapositive

Daarom...
Signaalwoorden zorgen ervoor dat er een verband ontstaat tussen woorden, zinnen en alinea's. Kijk maar:
Ik ben thuis, want ik ben ziek.
Ik ben thuis en ik ben ziek.
Een ander signaalwoord zorgt voor een andere betekenis!
Handig om te weten voor de toets als je een vraag hierover krijgt. Handig om te gebruiken als je zelf een tekst schrijft.
Signaalwoorden zorgen ervoor dat er een verband ontstaat tussen woorden, zinnen en alinea's. Kijk maar: 
Ik ben thuis, want ik ben ziek.
Ik ben thuis en ik ben ziek.
Een ander signaalwoord zorgt voor een andere betekenis!

Handig om te weten voor de leestoets en luistertoets. Handig om te gebruiken als je zelf een tekst schrijft.
Daarom...

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden
Voorbeelden van signaalwoorden en hun verbanden vind je hier:

Slide 7 - Diapositive

Dus...
Je weet nu: 
- wat signaalwoorden zijn
- welke verbanden signaalwoorden kunnen aangeven

Slide 8 - Diapositive

En nu...
...is het tijd om jouw kennis te testen. 

Lees de volgende sheet heel goed.


Vergeet niet na de oefening weer hier terug te komen!

Slide 9 - Diapositive

Ga naar: https://learningapps.org/join/9m40f8tj

Je moet dan je wachtwoord en je account invoeren. Zie je mail.
Als je bent ingelogd krijg je de vraag of je mijn account wilt toewijzen aan het account van jouw Learning Appsaccount.
Klik op: Bevestig opdracht
Ga naar: Mijn klas
Klik op Signaalwoorden bij de verbanden (dit is de spelapp)
Speel het spel. (Sleep het signaalwoord naar het juiste verband.)
Klaar? Klik rechts beneden op het vinkje, dan wordt je werk nagekeken. Je resultaat wordt opgeslagen: ik ben benieuwd!!
                                                      SUCCES!!!

Slide 10 - Diapositive

Je bent bijna klaar...
Je resultaat is opgeslagen. Ik ben benieuwd hoe het is gegaan!
Klik nog even op deze link en dan ben je klaar:

Slide 11 - Diapositive